Week 51 Nederlands 2 H

Nederlands 2H week 51
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 2H week 51

Slide 1 - Slide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. Dit geldt ook voor je agenda!
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons/tablets verboden, tenzij de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 2 - Slide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. 

Slide 3 - Slide

Week 51  19 december t/m 
23 december 2022
  • Vervolg grammatica
  • We gaan door met lezen in periode 2
  • otfyw => code LessonUp

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Deze week:
  • je keert hoe je wederkerende, wederkerige, vragende en onbepaalde voornaamwoorden en telwoorden herkent in een zin.

Slide 5 - Slide

Weektaak 51
  • Lees de theorie op bladzijde 86
  • Maak opdracht 1 t/m 4 op p. 87.
  • Lees de theorie op bladzijde 88
  • Maak opdracht 9, 10 en 11

Slide 6 - Slide

PTD rapportperiode 2 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
201
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
45 min
3 (toetsweek)
Nee
202
SO
Grammatica taalkundig en redekundig
45 min
1     18/1
Nee
203
SO
Schrijfopdracht
45 min
2
Nee

Slide 7 - Slide




Toetsplanning 
so grammatica
18 januari

Slide 8 - Slide

Boekenlijst 2H
  • Periode 3 => 1 boek niveau 3
  • Lezenvoordelijst.nl
  • Wil je een ander boek lezen, overleg met je docent Nederlands.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 9 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

  • je keert hoe je wederkerende, wederkerige, vragende en onbepaalde voornaamwoorden en telwoorden herkent in een zin.

Slide 21 - Slide

Nakijken weektaak 50

Slide 22 - Slide

Weektaak 50
  • Lees de theorie op bladzijde 84
  • Maak opdracht 5, 6 en 7 op bladzijde 85
Zie ook bladzijde 190 en 191!!
Klaar pak je leesboek of ga door met hoofdstuk 21 (lezen) en maak opdracht 1 t/m 4 op p. 87.

Slide 23 - Slide

Opdracht 5 bladzijde 85
a pv: wil o: Ivar ng: wil archeoloog worden
 b pv: is o: Quentin Tarantino ng: is een Amerikaanse filmregisseur, acteur
                  en scenarioschrijver
 c pv: was o: Zijn laatste film ng: was een herhaling van eerder werk
 d pv: zijn o: De gasprijzen ng: zijn de laagste van de afgelopen periode
 e pv: blijft o: Telefoneren in stiltecoupés ng: blijft irritant

Slide 24 - Slide

Opdracht 5 bladzijde 85
f pv: is o: De inflatie ng: is iets lager geworden
 g pv: is o: Het downloaden van speelfilms ng: is illegaal
 h pv: is o: Het fileprobleem ng: is veel groter geworden
 i pv: bleek o: De aanschaf van de ng: bleek een fiasco
            hogesnelheidstrein
 j pv: lijkt o: Dat ng: lijkt zo eenvoudig

Slide 25 - Slide

Opdracht 6 bladzijde 85
a pv: is o: Schaken g: is een denksport (n)
 b pv: wordt o: De hond g: wordt geslagen (w)
 c pv: blijft o: hij g: blijft staan (w)
 d pv: blijft o: Amurra g: blijft aardig en behulpzaam (n)
 e pv: is o: de rottweiler g: is de minst gekozen hond geweest (n)

Slide 26 - Slide

Opdracht 6 bladzijde 85
f pv: was o: Jelle g: was (w)
 g pv: zijn o: overstromingen g: zijn een groot risico geworden (n)
 h pv: gooide o: Steffen g: gooide het bijltje erbij neer (w)

Slide 27 - Slide

Opdracht 7 bladzijde 85
a Er is sprake van een werkwoordelijk gezegde. ‘Schijnt’ heeft hier de betekenis van licht verspreiden. Je kunt niet de woorden ‘te zijn’, ‘te worden’ of ‘te blijven’ erachter zetten zonder dat de betekenis verandert. Het is dus geen naamwoordelijk gezegde.
 b Er is sprake van een werkwoordelijk gezegde. ‘Schijnt te verkopen’ betekent hier: ze zeggen dat het verkoopt. Je kunt niet de woorden ‘te zijn’, ‘te worden’ of ‘te blijven’, want er staat al ‘te verkopen achter’. ‘Schijnt’ is hier een hulpwerkwoord bij ‘verkopen’. Het is dus geen naamwoordelijk gezegde.
 c Er is sprake van een naamwoordelijk gezegde. Je kunt hier de woorden ‘te zijn’, ‘te worden’ of ‘te blijven’ erachter denken.

Slide 28 - Slide

Weektaak afgerond

Slide 29 - Slide