NN6 H3 - herh. Spelling H1-3

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Slide

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 2 - Slide

Huiswerk H3F

Slide 3 - Slide

Huiswerk H3E

Slide 4 - Slide

Deze les
Herhalen les Spelling H1-3

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je trema's, apostrofs, accenten en cedilles gebruikt.
  • weet je wanneer je een meervouds-n gebruikt bij bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig gebruikte telwoorden. 
  • weet je wanneer je getallen in letters of cijfers schrijft.

Slide 5 - Slide

Spelling H1: 
Trema, apostrof, accenten en cedille

Slide 6 - Slide

Trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 7 - Slide

Apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s)   baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 8 - Slide

Accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 9 - Slide

Cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç
  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 10 - Slide

Spelling H2: 
Met of zonder -n

Slide 11 - Slide



  • mensen
  • zelfstandig gebruikt

Slechts weinigen zijn daarvan op de hoogte.

Maar weinige              klanten .....




  • betrekking op zaken of dieren
Vele (diersoorten) worden bedreigd.

  • bijvoeglijk gebruikt
enkele leerlingen

MAAR: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden wel met -n:


Telwoorden met -en

Telwoorden met -e

Slide 12 - Slide

(1) Vele / Velen zijn geroepen, maar (2) weinige / weinigen uitverkoren, zegt de Bijbel.
A
weinige
B
weinigen

Slide 13 - Quiz

Met of zonder -n?
Maar:
  • tientallen, duizenden, honderden, miljoenen etc.

Er wonen miljoenen mensen in Nederland.
Hoeveel dieren daar leven? Ik denk miljarden.

Slide 14 - Slide

Spelling H3: 
Getallen

Slide 15 - Slide

Getallen in letters
Letters:
  • hele getallen van één tot en met twintig: vier;
  • tientallen tot honderd: vijftig;
  • honderdtallen tot duizend: achthonderd;
  • duizendtallen tot twaalfduizend: zesduizend;
  • honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: negenhonderdduizend;




Slide 16 - Slide

Getallen in cijfers
Cijfers:
  • getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23;
  • maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d.: 7 meter, 19 kilo, 30 januari.




Slide 17 - Slide

Uitzonderingen
LET OP:
  • Breuken schrijf je los: een vierde: 1/4, behalve in een samenstelling: eenderdeminderheid 
  • Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers wordt. 
  • Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 22 duizend
  • Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema: drieënhalf




Slide 18 - Slide

Opdracht deze les
Neem de slides van deze LessonUp zelfstandig door. Maak de opdrachten. Gebruik evt. de theorie. 

Klaar?
  • lezen in je leesboek;
  • maak een samenvatting van H1, H2, H3.
timer
30:00

Slide 19 - Slide

Spelling H1: 
Trema, apostrof, accenten en cedille
Op de volgende slides vind je zinnen. Neem de zin over en plaats hoofdletters, accenttekens, trema’s, apostrofs en cedilles.

Slide 20 - Slide

als mensen die alleen duits spreken, op curacao willen werken, vormt de taal wel degelijk een barriere.

Slide 21 - Open question

de advocaat zei tegen zijn confrere dat zijn kind elke dag naar de creche ging.

Slide 22 - Open question

na de apres-ski nam de caissiere nog een portie rosti met wat creme fraiche en een glas gluhwein, waarna ze in een stiltecoupe terugreisde naar nederland.

Slide 23 - Open question

de operazangeres droeg een wijde jurk met een diep decollete, zodat de aandacht werd afgeleid van haar reusachtige derriere.

Slide 24 - Open question

‘ik houd uberhaupt niet van sate’, zei de actrice voorafgaand aan de premiere, terwijl ze met een fohn haar haren in model bracht.

Slide 25 - Open question

zonder enige gene vertoonde de maitresse van de president zich in haar neglige op het balkon.

Slide 26 - Open question

Spelling H2: 
Met of zonder -n
Kies de juiste vorm van de telwoorden en/of bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).

Slide 27 - Slide

Zijn Clemens en August hier de enige / enigen met verstand van kunst?
A
enige
B
enigen

Slide 28 - Quiz

Van de (1) tientalle / tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts (2) enkele / enkelen.
A
tientalle
B
tientallen

Slide 29 - Quiz

Van de (1) tientalle / tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts (2) enkele / enkelen.
A
enkele
B
enkelen

Slide 30 - Quiz

Krijgen ook de (1) laatste / laatsten die arriveren dit aandenken aan de fietstocht?
A
laatste
B
laatsten

Slide 31 - Quiz

(1) Vele / Velen zijn geroepen, maar (2) weinige / weinigen uitverkoren, zegt de Bijbel.
A
Vele
B
Velen

Slide 32 - Quiz

Toen het zo sneeuwde, kwamen alleen de (1) eerste / eersten leerlingen op tijd in de les, maar (2) sommige / sommigen waren echt veel te laat.
A
eerste
B
eersten

Slide 33 - Quiz

Toen het zo sneeuwde, kwamen alleen de (1) eerste / eersten leerlingen op tijd in de les, maar (2) sommige / sommigen waren echt veel te laat.
A
sommige
B
sommigen

Slide 34 - Quiz

Toen de kandidaten opkwamen, werden de ... begroet met applaus
A
leukste
B
leuksten

Slide 35 - Quiz

Onder de ... waren artiesten, onder wie de leden van de band Di-rect.

A
genodigde
B
genodigden

Slide 36 - Quiz

De hengelaar nam de grote vissen mee en gooide de ... terug

A
kleine
B
kleinen

Slide 37 - Quiz

Spelling H3: 
Getallen
Kies de juiste schrijfwijze van de getallen.

Slide 38 - Slide

Als afwasser in een restaurant werkte William bij bijna (1) 40°C / veertig graden Celsius in een vochtige spoelkeuken, maar hij verdiende wel (2) € 9,50 / negen euro vijftig per uur.
A
40
B
veertig

Slide 39 - Quiz

Als afwasser in een restaurant werkte William bij bijna (1) 40°C / veertig graden Celsius in een vochtige spoelkeuken, maar hij verdiende wel (2) € 9,50 / negen euro vijftig per uur.
A
9,50
B
negen euro vijftig

Slide 40 - Quiz

We konden nauwelijks geloven dat (1) 49 / negenenveertig procent van de Nederlanders tegen de sleepwet had gestemd, want aanvankelijk leek (2) 3/4 / drie kwart / driekwart ervoor te zijn.
A
49
B
negenenveertig

Slide 41 - Quiz

We konden nauwelijks geloven dat (1) 49 / negenenveertig procent van de Nederlanders tegen de sleepwet had gestemd, want aanvankelijk leek (2) 3/4 / drie kwart / driekwart ervoor te zijn.
A
3/4
B
drie kwart
C
driekwart

Slide 42 - Quiz

Op (1) 31 / eenendertig augustus (2) 1974 / negentienhonderdvierenzeventig precies om (3) 18.00 uur / zes uur ’s avonds stopte Radio Veronica de uitzendingen.
A
31
B
eenendertig

Slide 43 - Quiz

Op (1) 31 / eenendertig augustus (2) 1974 / negentienhonderdvierenzeventig precies om (3) 18.00 uur / zes uur ’s avonds stopte Radio Veronica de uitzendingen.
A
1974
B
negentienhonderdvierenzeventig

Slide 44 - Quiz

Op (1) 31 / eenendertig augustus (2) 1974 / negentienhonderdvierenzeventig precies om (3) 18.00 uur / zes uur ’s avonds stopte Radio Veronica de uitzendingen.
A
18.00 uur
B
zes uur

Slide 45 - Quiz

In groep (1) 8 / acht van de basisschool heb je al geleerd hoe je breuken als (2) ⅔ / twee derde en (3) ⅜ / drie achtste bij elkaar moet optellen.

A
8
B
acht

Slide 46 - Quiz

In groep (1) 8 / acht van de basisschool heb je al geleerd hoe je breuken als (2) ⅔ / twee derde en (3) ⅜ / drie achtste bij elkaar moet optellen.

A
2/3
B
twee derde

Slide 47 - Quiz

Van de 35 / vijfendertig deelnemers waren er velen te laat.

A
35
B
vijfendertig

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Link

Huiswerk H3F

Slide 50 - Slide

Huiswerk H3E

Slide 51 - Slide