T3 nsk2 H2

1 / 36
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2 WATER
1. Lees H2.1 blz. 76 t/m 79
2. Maak opgave:
1-2-5-7-8-9

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 2.1 Water is overal
Maak aantekeningen in je schrift: Concentratie

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 2.1 Water is overal
  • Maak van H2.1 opgave 4-6-10
  • Huiswerk voor maandag = H2.1 alle opgaven af (1 t/m 10) 

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 2.1 
  • Huiswerk voor maandag = H2.1 alle opgaven af (1 t/m 10) 
  • Opgave 4-6-10 bespreken

Slide 5 - Slide

H2.2 ZEEP
  • Pak je schrift voor aantekeningen
  • Pak je laptop en ga naar het online werkboek
  • Lees H2.2 en maak  de opgaven van H2.2
    --> minimaal 50 % van de vragen goed!
  • Huiswerk dinsdag: H2.2 1 t/m 7 (online)

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 2 WATER
1. Herhaling H2.2
--> opgave 2-3-6
2. H2.3


Slide 7 - Slide

Hoofdstuk 2.2 ZEEP
Water = oplosmiddel en een spoelmiddel
Vetten lossen niet op in water, zeep zorgt ervoor dat water en vet wel kunnen mengen.

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 2.2 ZEEP
Water met veel opgeloste kalk = hard water
Zeep werkt minder goed in hard water door de
vorming van kalkzeep.

Slide 9 - Slide

Verder werken
  • Maak online de opgaven van H2.2
  • Lees H2.3
  • Maak online de opgaven van 2.3 
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Formules ombouwen
  • Hoe bouw je een formule om (schrift!!)
  • Ga naar IL - CONTENT - lees "EXTRA; formules ombouwen"
  • Maak in je schrift de bijbehorende opgaven
  • KLAAR: Ga verder met de online opgaven van H2.2 en H2.3
  • HUISWERK (di): Online alle opgaven van H2.2 af

Slide 11 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
  • Welke zure producten kennen jullie?
  • Wat is het tegenovergestelde van zuur?
  • Welke basische producten kennen jullie?
  • Pak je schrift en schrijf mee!
  • Online H2.3 alle opgaven afmaken 
  • H2.4 lezen
  • Online H2.4 alle opgaven maken
  • Huiswerk (wo): H2.3 online alle opgaven af

Slide 12 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
  • Boek en laptop dicht! Wat weet je nog?
  • Pak je boek en maak van H2.4 opgave 10-11-12

Slide 13 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
Mini practicum:
pH van vloeistoffen bepalen met indicator papier
(zet de resultaten in je schrift)
Product
pH
zuur / neutraal/basisch
Cola
4
zuur

Slide 14 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
  • Maak online de opgaven van H2.4 af
  • KLAAR: Online Test Jezelf H2.1 t/m H2.3
  • HUISWERK (ma): Online opgaven H2.4 af

Slide 15 - Slide

H2.4 Zure en basische
 oplossingen
LEERDOELEN
2.4.3 Je kunt het verband beschrijven tussen de concentratie
 van zure en basische oplossingen en de pH.

Slide 16 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
LEERDOELEN
2.4.4 Je kunt met een indicator bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is.

Slide 17 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
  • Lees H2.4 goed door
  • Maak de opgaven van H2.4 
  • Maak Test Jezelf H2.1 t/m H2.3

Geen huiswerk, morgen practicum

Slide 18 - Slide

H2.4 Zure en basische oplossingen
  • Voer het practicum uit
  • Maak Test Jezelf H2.1 t/m H2.4 (huiswerk volgende week)


Slide 19 - Slide

Herhaling H2.4 
Zure en basische oplossingen
Practicum bespreken!

Slide 20 - Slide

Herhaling H2.4 
Zure en basische oplossingen
Practicum bespreken!

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties (I)
  • Pak je boek en schrift erbij 
  • Maak H2.5 opgave 1 t/m 4
  • Titratie som: Voorbeeld 1
  • Huiswerk: H2.5 opgave 5 en 6 (volgens voorbeeld 1 in je boek)

Slide 22 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties (II)
  • Huiswerk: H2.5 opgave 5 en 6 (volgens voorbeeld 1 in je boek)
  • Maak H2.5 opgave 7 en 8
  • Huiswerk:
    Genieten van de reisweek en Herfstvakantie!

Slide 23 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties
ZUUR-BASEREACTIES
Als je een zure oplossing bij een basische oplossing giet, treedt er een chemische reactie
op. Het zuur uit de zure oplossing reageert met de base uit de basische oplossing. 

zuur + base → reactieproducten

Een voorbeeld van een zuur-basereactie is het ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof, azijn is een oplossing van azijnzuur in water. Kalk en azijnzuur
reageren met elkaar. Hierbij verdwijnt de kalk. Alle reactieproducten zijn goed oplosbaar
in water en spoelen dus gemakkelijk weg. --> Wat is hier het reactieschema?

Slide 24 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties
ZUUR-BASEREACTIES
Als je een zure oplossing bij een basische oplossing giet, treedt er een chemische reactie
op. Het zuur uit de zure oplossing reageert met de base uit de basische oplossing. 

zuur + base → reactieproducten

Een zuur-basereactie kun je ook gebruiken om een zure oplossing te neutraliseren. Je
voegt dan precies zoveel base toe, dat de oplossing neutraal wordt. Bij een basische
oplossing voeg je een zuur toe om de oplossing te neutraliseren. De pH is na afloop dus
ongeveer 7. --> opdracht:

Slide 25 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties
Je kunt een indicator gebruiken om met een kleuromslag het eindpunt van een
neutralisatiereactie zichtbaar te maken.

DEMO!

Slide 26 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties
Titratie is een oude, maar nog steeds veelgebruikte methode om de concentratie van een
stof in een oplossing te bepalen.
Met een zuur-basetitratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing
door de oplossing te neutraliseren.

Lees blz. 111 en bekijk voorbeeldopdracht 1

Maak opgave 6

Maak vervolgens opgave 5 + 7 + 8

Slide 27 - Slide

Hoofdstuk 2.5 Zuur-base reacties
Titratie is een oude, maar nog steeds veelgebruikte methode om de concentratie van een
stof in een oplossing te bepalen.
Met een zuur-basetitratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing
door de oplossing te neutraliseren.

(Lees blz. 111 en bekijk voorbeeldopdracht 1)

Huiswerk: opgave 6

Practicum Titreren

Slide 28 - Slide

H2.5 Titratie (zuur-base reacties)
Basis: 
Je kunt concentraties berekenen.
--> Een flesje bevat 5mg kleurstof in 25 mL water
  • Wat gebeurt er met de concentratie als je
    deze verdunt?
  • --> 1 mL uit het flesje + 9 mL water?
  • --> 5 mL uit het flesje + 10 mL water?
  • --> 1 mL uit het flesje + 24 mL water?
  • --> Wat is de verdunningsfactor?
  • Verdunningsfactor = mL totaal : mL stof!
  • Maak de titratieoefening (samen)

Slide 29 - Slide

H2.5 Titratie (zuur-base reacties)
Verdunningsfactor:
mL totaal : mL stof

  • Samen proef 4
     uitwerken!

  • Zelf oefenen: H2.5 opgave 5-7-8 (= huiswerk)

Slide 30 - Slide

Vandaag Ma 28 okt
Practicum Proef 4 Titratie
  • Labjas dicht en bril op je neus
  • Tassen en kruk onder de tafel
    --> blijven staan

Slide 31 - Slide

Vandaag Di 29 okt
1. Proef 4 Titratie bespreken - 5 min
2. H2.5 opgave 8 herhalen - 5 min
3. Zelfstandig aan de slag - rest van de les

Slide 32 - Slide

Vandaag Di 29 okt
3. Zelfstandig aan de slag - rest van de les
Voordat je met een Test Jezelf gaat beginnen:
  • Lees per paragraaf de samenvatting
  • Pak je schrift met aantekeningen erbij
  • Maak Test Jezelf H2.1 t/m H2.5

Slide 33 - Slide

Vandaag Wo 30 okt
1. Herhaling concentratie - 10 min
2. Zelfstandig aan de slag - rest van de les

Slide 34 - Slide

Vandaag Wo 30 okt
1. Herhaling concentratie - 10 min
  • Je lost 40 g zout op in 150 mL water.
    Bereken de concentratie.
  • Hoeveel g van een stof zit er opgelost in 77 mL oplossing met een concentratie van 3 g/mL?
  • Hoeveel mL water moet ik toevogen aan 104 mg van een stof als ik een concentratie van 8 mg/mL wil hebben?

Slide 35 - Slide

Vandaag Wo 30 okt
2. Zelfstandig aan de slag - rest van de les
  • Verder met Test Jezelf H2.1 t/m H2.5
  • Verder met de diagnostische toets
    op IL-CONTENT

Slide 36 - Slide