This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
klassencodes
havo: 297500
vwo: 652550
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
8. Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader
Slide 18 - Quiz
Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk
Slide 19 - Quiz
A
1. slagader
2. haarvat
3. ader
B
1. haarvat
2. slagader
3. ader
C
1. ader
2. haarvat
3. slagader
D
1. ader
2. slagader
3. haarvat
Slide 20 - Quiz
Heeft klepjes
A
Slagader
B
Aders
C
Haarvaten
Slide 21 - Quiz
nr 9 en nr 11
A
9. dunne darmader
11: holle ader
B
9. poortader
11: holle ader
C
1. poortader
2: leverader
D
1. leverslagader
2: poortader
Slide 22 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
T1: Ming heeft op plaats 1 een vernauwing zitten. De artsen besluiten hem te dotteren. Wat doen ze tijdens het dotteren?
A
Er wordt met behulp van een gezond stuk bloedvat een omleiding gemaakt.
B
Er wordt met behulp van een stent een ballonnetje opgeblazen in het bloedvat. De stent wordt weggehaald en het ballonnetje blijft achter.
C
In het bloedvat wordt een ballonnetje met metalen gaasje opgeblazen. Het ballonnetje wordt weggehaald en het gaasje blijft achter.
D
Er wordt met behulp van een stent een omleiding gemaakt.
Slide 23 - Quiz
Herseninfarct is wanneer een deel van je hersenen geen zuurstof meer krijgt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Behoort de bypass tussen de aorta en een kransslagader tot de grote of tot de kleine bloedsomloop? En stroomt door de bypass zuurstofarm of zuurstofrijk bloed?
A
De bypass behoort tot de grote bloedsomloop en er stroomt zuurstofarm bloed door.
B
De bypass behoort tot de grote bloedsomloop en er stroomt zuurstofrijk bloed door.
C
De bypass behoort tot de kleine bloedsomloop en er stroomt zuurstofarm bloed door.
D
De bypass behoort tot de kleine bloedsomloop en er stroomt zuurstofrijk bloed door.
Slide 25 - Quiz
De bloeddruk in de bloedvaten 16 en 8 wordt met elkaar vergeleken. In welk bloedvat is de bloeddruk het laagst?
A
16
B
8
Slide 26 - Quiz
Kenmerken van de haarvaten zijn:
A
hoge bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich niet in de organen
B
hoge bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich niet in de organen
C
lage bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich in de organen
D
lage bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich in de organen