Opdracht 8-11 zijn de grammatica opdrachten
8: verschil welke naamval bij welk zinsdeel hoort
9: toepassen wat welk stukje is van de zin
10: zelf de zin ontleden
11: de werkwoorden die je tot dusver hebt gehad --> haben, sein, modale werkwoorden , wissen, werkwoorden met d/ t in de stam.