Een argument wordt gebruikt om een standpunt te onderbouwen.
Een tegenargument gebruik je om aan te tonen dat een standpunt onjuist is.
Voorbeeld:
(mening:) Het rooster moet .... zijn, omdat
(argument:) ...............
(mening:) Het rooster moet niet ..... zijn, want
(argument:) ................
Signaalwoorden die een argument aangeven: omdat, namelijk, immers