ww spelling

Correct spellen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Correct spellen.

Slide 1 - Slide

Vindt jij het ook zo raar als mensen niet goed spellen?
Zelf irriteerd me dat enorm erg.
Ik vindt het zelfs nog iritanter als regen in de zomer.
Trouwens heb je gehoordt van die mensen in hon kong? Die zijn aan het prottesteren tegen de overhijd.
maar dat ff tussendoor. haha.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

't ex-kofschip

Slide 4 - Slide

Hij (spelen) dat spel heel vaak. (PVTT)
A
speelt
B
speeld
C
speelde
D
speeldt

Slide 5 - Quiz

Arnold (ruilen) zijn auto in. (PVTT)
A
ruilde
B
ruild
C
ruilt
D
ruildt

Slide 6 - Quiz

Het meisje (knipperen) met haar ogen. (PVTT)
A
knipperd
B
knipper
C
knippert
D
knipperdt

Slide 7 - Quiz

Martin (trakteren) morgen op appeltaart.
A
trakteerde
B
trakteert
C
trakteerd
D
trakteerdt

Slide 8 - Quiz

Dat idee (vinden) ik geweldig! (PVTT)
A
vond
B
vindt
C
vind
D
vint

Slide 9 - Quiz

Die man (reageren) meestal positief. (PVVT)
A
reageert
B
reageerde
C
reageerdt
D
reageerte

Slide 10 - Quiz

Het huis (branden) vorige week af. (PVVT)
A
branden
B
brandde
C
brande
D
brantte

Slide 11 - Quiz

Door die val (bloeden) zijn neus. (PVVT)
A
bloedde
B
bloeden
C
bloedte
D
bloede

Slide 12 - Quiz

De vrouw (relaxen) gisteren de hele middag. (PVVT)
A
relaxt
B
relaxde
C
relaxte
D
relaxtte

Slide 13 - Quiz

(Verlaten) zij hem nou vorig jaar?
A
verlate
B
verlaatte
C
verlaate
D
verliet

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide