de nieuwe kleren van de keizer

Doel van de les deel 1
  • Je kunt de tekst langzaam lezen en nadenken over wat je leest.
  • Je kunt vertellen over wie het verhaal gaat, waar het speelt en wat er gebeurt.
  • Je kunt het verhaal kort samenvatten. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel van de les deel 1
  • Je kunt de tekst langzaam lezen en nadenken over wat je leest.
  • Je kunt vertellen over wie het verhaal gaat, waar het speelt en wat er gebeurt.
  • Je kunt het verhaal kort samenvatten. 

Slide 1 - Slide

Tekst lezen
  • Juf leest de tekst en modelt
  • Lezen met de pen/markeerstift: 

Slide 2 - Slide

Na het lezen

  • Je vertelt aan elkaar wat je opvalt, belangrijk vindt, bijzonder vindt, wat je verrast.
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Wie zijn de belangrijkste personen in dit verhaal?

Slide 4 - Open question

Waar speelt dit verhaal zich vooral af?
Geef een zo nauwkeurig mogelijk antwoord.

Slide 5 - Open question

Vertel het verhaal na in 5 zinnen. (zorg dat je antwoord geeft op de vragen: wie, waar, wanneer, wat en hoe loopt het af)

Slide 6 - Open question

 Deel 2: doel van de les
  • betekenis van moeilijke woorden opzoeken
  • details opzoeken in de tekst
  • de volgorde in een tekst achterhalen
  • alinea's en zinnen met elkaar verbinden 

We starten met het nogmaals lezen van de tekst.

Slide 7 - Slide

Waaruit blijkt dat de keizer een verschrikkelijke ijdeltuit was? Noem 3 argumenten.

Slide 8 - Open question

Lees alinea 2: "de nieuwkomers". Noem een ander woord uit deze alinea voor nieuwkomers. Bedenk welke strategie je hierbij inzet.

Slide 9 - Open question

Lees de 2e alinea en zet in de juiste volgorde:
1. De bedriegers zaten in een vleugel van het paleis met de deuren en ramen op slot
2. De bedriegers verkondigden dat ze de mooiste stoffen konden weven.
3. De keizer gaf de mannen een som geld, een weefgetouw en zijde.
4. De bedriegers dienden zich aan bij het paleis.
5. De keizer gaf de opdracht om het mooiste kostuum ooit te maken.

Slide 10 - Open question

Wat is niet een ander woord voor: de onderdanen (alinea 4, laatste zin)
A
De mensen van het volk
B
De lakeien en de hofdames
C
De inwoners van de stad
D
de menigte langs de oprijlaan

Slide 11 - Quiz

Lees de 4e alinea ( De schrik...zullen zeggen). Welke zin geeft het best weer wat in deze alinea gebeurt?
A
De keizer schrikt en durft zich niet om te kleden
B
Iedereen mocht bij het omkleden blijven, behalve de twee kleermakers
C
De lakeien en hofdames doen net alsof de keizer een heel mooi kostuum draagt.
D
De keizer vindt het kostuum niet mooi en wil het niet passen.

Slide 12 - Quiz

Waar in de 4e alinea vind je figuurlijk taalgebruik? Vul dit in en geef aan wat het betekent.

Slide 13 - Open question

Lees alinea 5 (Die middag.... hielden). Wat doet de schrijver in deze alinea?
A
Hij/zij geeft een samenvatting
B
Hij/zij geeft een beschrijving
C
Hij/zij geeft een voorbeeld
D
Hij/zij geeft een waarschuwing

Slide 14 - Quiz

Lees in de 6e alinea het stukje: He, kijk....hard te lachen. Wat wordt er beschreven in dit stukje?
A
gebeurtenis en conclusie
B
Een nadeel en een voordeel
C
een oorzaak en een gevolg
D
Een probleem en een oplossing

Slide 15 - Quiz

Lees alinea 6 de zin: Niemand durfde.... mooi vonden. In welke alinea wordt iets soortgelijks gezegd.
A
Alinea 5: Die probeerden...... niet vonden.
B
Alinea 4: De keizer wist niet... paskamer.
C
Alinea 5: De keizer..... laten kennen.
D
Alinea 6: Van heinde en ver.... bijzondere stof.

Slide 16 - Quiz

Lees alinea 6:
1. Alle mensen begonnen.... te lachen
2. De keizer kreeg....afmaken.
Wat hebben deze zinnen met elkaar te maken?
A
Zin 2 is een oorzaak van zin 1.
B
Zin 2 geeft een nadeel van zin 1.
C
Zin 1 geeft een voorbeeld bij zin 2.
D
Zin 2 is een gevolg van zin 1.

Slide 17 - Quiz

Deel 3: Doel van de les
  • Je herkent karakters van de hoofdpersonen en hebt hier een mening over.
  • Je herkent de gevoelens bij de hoofdpersonen en hebt hier een mening over.
  • Je herkent de bedoeling van de schrijver met de tekst.,    
We lezen voor de laatste keer de tekst en letten extra op de karakters en de gevoelens van de hoofdpersonen. 

Slide 18 - Slide

Vertel over de karakters van de hoofdpersonen. Wat kenmerkt hen? Let op: er zijn meerdere hoofdpersonen.
Noteer als volgt;
1. keizer:.....
2. .........
3.........

Slide 19 - Open question

Gevoel van de keizer
  • Hoe voelt hij zich in de eerste 4 alinea's van de tekst? 
  • Hoe voelt hij zich in de 5e en 6e alinea van de tekst?
  • Hoe voelt hij zich in de 7e en 8e alinea van de tekst? 

Bespreek dit samen met je buur/buren en zoek bewijs in de tekst.
Hoe zou jij je voelen als jij de keizer was?  

Slide 20 - Slide

De keizer
Willem
De bedriegers
De onderdanen
eerlijk
ijdel
slim
niet eerlijk
bang
bang
niet eerlijk
ijdel
niet eerlijk

Slide 21 - Drag question

Wat vind jij van de bedriegers?

Slide 22 - Open question

Hoe heeft de keizer zich zo beet kunnen laten nemen? Was hij de enige? Wie nog meer?

Slide 23 - Open question

Welke vragen wil je stellen aan de bedriegers?

Slide 24 - Mind map

Wat wil de schrijver vooral duidelijk maken met dit verhaal? Zoek naar bewijs in de tekst voor jouw antwoord en noteer dit in een goedlopende zin.

Slide 25 - Open question

Graag je mening over deze tekst en deze manier van werken.

Slide 26 - Mind map