4.7 Grammatica les 1 1BK

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

We gaan aan de slag!

4.7 Grammatica

• Hoofdstuk toets
    
    - woorden 4.5
    - grammatica 4.7 
    - spelling 4.8

Hoofdstuk 4

• hoe je het lidwoord (lw) in een zin vindt
  
• hoe je het zelfstandig naamwoord (zn) in een zin vindt
• Hoe je werkwoorden (ww) in een zin vindt (volgende les)

4.7 Grammatica

In deze paragraaf leer je:

In een online les kunnen ze deze video zelf bekijken. De vragen achteraf invullen/bespreken

00:37

Welke andere categorie vind je in je lesstof (H4.7)?

00:58

Kun jij ook een voorbeeld verzinnen van dingen die je niet kunt vastpakken?

• Paragraaf grammatica 
•        * lidwoord en zelfstandig naamwoord
• herhalen woorden 4.5 blooket 
• afmaken hoofdstuk 4.5 beginnen hoofdstuk 4.7 1 t/m 6

4.7 Grammatica

Vandaag

• Welke lidwoorden ken je?
  
  
• de 
• het
• een

4.7 Grammatica

Weten we het nog?

• Wat zijn ook al weer de zelfstandig naamwoorden?
  
  
• mensen  dieren  planten  dingen gebeurtenissen en namen

4.7 Grammatica

Weten we het nog?

Zelfstandige naamwoorden (nw) zijn woorden voor:

• mensen      : bakker, kinderen, docenten
• dieren        : hond, aapje, paarden
• planten      : cactus, bomen, grassen
• dingen       : pen, potlood, kruk, tafel, stoel, ramen
• begrippen : liefde, respect, geloof, geluk
  Je kan er een lidwoord (de, het, een) voor zetten
• namen : Sem, Amsterdam, Rijn, Noordzee

4.7 Grammatica

• Hoe kan je checken of iets een zelfstandig naamwoord is?
  
  
• Door er een lidwoord (de het een) voor te zetten.
   (behalve bij namen.)

4.7 Grammatica

• Als je weet of iets een de-woord of het-woord is, kun je er goede zinnen mee maken.
  
  
• Bij het hoort dit en dat: het huis, dit huis, dat huis. 
• Bij de hoort deze en die: de stoel, deze stoel, die stoel.

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis, 
• tas, 
• hond, 
• jongen, 
• meisje 

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis - het huis 
• tas
• hond
• jongen
• meisje 

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis - het huis
• tas - de tas
• hond
• jongen, 
• meisje 

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis - het huis
• tas - de tas
• hond - de hond
• jongen
• meisje 

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis - het huis
• tas - de tas
• hond - de hond
• jongen
• meisje 

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis - het huis
• tas - de tas
• hond - de hond
• jongen - de jongen
• meisje 

4.7 Grammatica

• Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord:
• huis - het huis
• tas - de tas
• hond - de hond
• jongen - de jongen
• meisje - het meisje

4.7 Grammatica

Welke zelfstandige naamwoorden zie je in het plaatje?

4.7 Grammatica