VWO 4, hoofdstuk2, les 10: ionbinding

Hoofdstuk 2: Bindingstypen
Paragraaf 4, ionbinding

1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Bindingstypen
Paragraaf 4, ionbinding

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Beschrijven hoe ionen ontstaan
  • Verklaren hoe positieve en negatieve ionen zeer sterke ionbinding veroorzaken
  • Verklaren waarom zouten niet in vaste toestand, maar wel in vloeibare toestand stroom geleiden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zouten
  • Wordt gevormd doordat metaalatoom elektron(en) weggeeft aan niet-metaalatoom.
  • Hierdoor worden geladen deeltjes gevormd: ionen.
  • Metaalatomen vormen positieve ionen (te weinig e-), niet-metaalatomen vormen negatieve ionen (te veel e-).

  • Aantrekking tussen + en - ionen noem je de ionbinding.
  • In zout zijn ionen gerangschikt in een ionrooster.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Metaalrooster & ionrooster
  • Welke verschillen en overeenkomsten zie je?
  • Verklaar verschil in eigenschappen: metaal is buigzaam, zout is bros.

Slide 9 - Slide

Ionbinding
  • Binding tussen ionen
  • Sterk (hoog smeltpunt)
  • Bros (binding kan breken)

Slide 10 - Slide

Elektrische geleidbaarheid 
  • Voor stroomgeleiding is beweging nodig van geladen deeltjes.
  • Wat is dit bij metalen? En bij zouten?
  • Wanneer geleidt een metaal elektriciteit?
  • Wanneer geleidt een zout elektriciteit?

Slide 11 - Slide

Elektrische geleidbaarheid 
  • Bij metalen: beweging van vrije elektronen door metaalrooster heen. Kan altijd.

  • Bij zouten: beweging van ionen. Kan alleen in oplossing of gesmolten toestand.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Opdracht 32, 33, 36 en 37

Slide 13 - Slide