Door welke orgaan raakt je lichaam water in de vorm van urine kwijt?
A
hersenen
B
longen
C
huid
D
nieren
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Door welke orgaan raakt je lichaam water in de vorm van urine kwijt?
A
hersenen
B
longen
C
huid
D
nieren
Slide 1 - Quiz
Wat zijn de kenmerken van een ader?
A
Het bloedvat heeft kleppen en het bloed stroomt langzaam.
B
Het bloedvat klopt en het bloed stroomt snel.
C
Het bloedvat ligt in de organen en is heel dun.
Slide 2 - Quiz
Nicole gaat met de fiets naar school. Ze is laat en trapt hard door. Welke twee stoffen ademt zij uit met haar longen?
A
water + zuurstof
B
water + koolstofdioxide
Slide 3 - Quiz
Wat is de taak van het zenuwstelsel?
A
organen laten bewegen
B
organen laten ademhalen
C
organen laten samen werken
D
organen laten verteren
Slide 4 - Quiz
Als je gaat uitademen. De ribben gaan .....1..... De borstholte wordt .....2......
A
1. omhoog
2. kleiner
B
1. omlaag
2. groter
C
1. omhoog
2. groter
D
1. omlaag
2. kleiner
Slide 5 - Quiz
Welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat je koolstofdioxide afgeeft aan de lucht?
A
bloedvatenstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 6 - Quiz
Naomi is aan het turnen en zet af om een hoge sprong te maken. Welk orgaanstelsel gaat aan het werk om voldoende bloed naar haar beenspieren te vervoeren?
A
bloedvatenstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 7 - Quiz
Welke stoffen zijn nodig voor verbranding in de cellen?
A
glucose +
vetten
B
vetten +
zuurstof
C
glucose +
zuurstof
D
water +
koolstofdioxide
Slide 8 - Quiz
Welke twee manieren van ademhalen zijn er?
A
rib- en borstademhaling
B
rib- en middenrifademhaling
C
middenrif- en buikademhaling
Slide 9 - Quiz
Bij ademhalen werken orgaanstelsels samen om stoffen te vervoeren via het bloed. Welke twee orgaanstelsels zijn dat?
A
bloedvatenstelsel +
spierstelsel
B
ademhalingsstelsel +
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel + ademhalingsstelsel
D
zenuwstelsel +
ademhalingsstelsel
Slide 10 - Quiz
Wat zijn voordelen van inademen door je neus?
A
lucht wordt
gekeurd
B
lucht wordt
gekoeld
C
lucht wordt
gedroogd
D
lucht wordt
gereguleerd
Slide 11 - Quiz
Welke van de bloedvaten vervoert het bloed van het orgaan naar het hart.
A
bloedvat 1
B
bloedvat 2
C
bloedvat 3
Slide 12 - Quiz
Bij welke van de bloedvaten vindt afgave en opname van stoffen plaats?
A
bloedvat 1
B
bloedvat 2
C
bloedvat 3
Slide 13 - Quiz
Hoe heet het bloedvat dat van de lever terugstroomt richting het hart?
A
leverslagader
B
leverader
Slide 14 - Quiz
Een rode bloedcel stroomt van de longen naar het hart via een bloedvat. Welk soort bloedvat is dit?
A
holleader
B
aorta
C
longader
D
longslagader
Slide 15 - Quiz
Welke cellen in het bloed vervoeren zuurstof met behulp van hemoglobine?
A
witte bloedcellen
B
gele bloedcellen
C
blauwe bloedcellen
D
rode bloedcellen
Slide 16 - Quiz
Tijdens welke stap van de hartslag stroomt er bloed naar de kamers?
A
boezems
trekken samen
B
kamers
trekken samen
Slide 17 - Quiz
Welke bloedvaten vervoeren zuurstofarm bloed?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4
Slide 18 - Quiz
Bij ademhaling gebruik je de buik- of borstademhaling. Daarvoor zijn twee spieren nodig. Welke spieren zijn dat?
A
buikspieren +
middenrif
B
ribspieren +
middenrif
C
borstspieren +
middenrif
D
buikspieren +
borstspieren
Slide 19 - Quiz
Zuurstof komt vanuit je bloed via bepaalde bloedvaten in je cellen terecht. Hoe heten deze bloedvaten?