What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
AEV7 15.10.2024
Welkom!
15.10.2024
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Anders
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
165 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
15.10.2024
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik
Les 3
Les 4
Spel ''Raad de goede zin''
Mededeling
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Terugblik
Bespreken HW
Les 3: opdr. 7, 9 + 10
Les 4 opdr. 2
Slide 3 - Slide
Les 3
Lees de zinnen bij opdr. 8
Lees daarna de vragen
Klassikaal bespreken
Slide 4 - Slide
Les 4
Lees de tekst (transcript)
Moeilijke/nieuwe woorden?
Slide 5 - Slide
Nieuw woord: Als
Betekenis!?
Wanneer
Functie?
--> In de zin na ''als'' staan de werkwoorden aan het einde.
Slide 6 - Slide
3.2 Omdat en als
Je leert zinnen maken met
omdat
en
als
.
Slide 7 - Slide
Hoofdzinnen
Hoe ziet een hoofdzin eruit?
Volgorde van een hoofdzin:
Wie of wat
-
werkwoord
-
rest van de zin
-
tweede werkwoord
Ik
kan
vandaag niet werken
, want
ik
ben
ziek
.
Felix
is
moe
, maar
hij
kan
niet
slapen
.
Slide 8 - Slide
Hoe ziet een
hoofdzin
eruit?
Slide 9 - Slide
Bijzinnen
In een bijzin verandert de volgorde van de zin:
Het werkwoord staat op de laatste plaats wanneer je
omdat
of
als
gebruikt.
Ik
kan
vandaag niet werken
, omdat
ik
vandaag ziek
ben
.
We
gaan
naar Turkije
als
we
vakantie
hebben
.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Omdat
Met
omdat
geef je een
reden
.
Wanneer iemand een vraag stelt met
waarom
, geef je antwoord met omdat.
Vraag: Waarom kom je niet naar het feest?
Antwoord:
Omdat
ik
die dag
moet werken
.
Slide 12 - Slide
Als
Met als vertel je
wanneer
iets gebeurt.
Stelt iemand een vraag met
wanneer
? Dan kun je antwoord geven met als.
Vraag: Wanneer ga je uiteten?
Antwoord:
Als
ik
jarig
ben
.
Slide 13 - Slide
Welk woord past in de zin?
Mijn moeder is ziek. Ik help haar ____ ik tijd heb.
A
omdat
B
als
Slide 14 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Ik koop een pak koek voor haar, _____ ze dat lekker vindt.
A
omdat
B
als
Slide 15 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Ik laat mijn hond uit, ____ hij moet plassen.
A
omdat
B
als
Slide 16 - Quiz
Welk woord past in de zin?
We dragen vandaag geen jas, _____ het warm is.
A
omdat
B
als
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Les 4
Bekijk opdr. 3 (blz. 30)
Wat hoort bij elkaar?
Maak opdr. 3
Bespreken
Slide 19 - Slide
Les 4
Maak tweetallen
Lees opdr. 4.
Bespreek samen de situaties en verzin een antwoord
Probeer het woord
als
te gebruiken.
Klassikaal bespreken
Slide 20 - Slide
Les 4
Maak tweetallen
Bekijk de zinnen van opdr. 5
Bespreek samen en vul jullie antwoorden in.
Klassikaal bespreken
Slide 21 - Slide
Les 4
Lees de tekst (3.13)
Bekijk het formulier
Slide 22 - Slide
Spel
2 waarheden, 1 leugen
Schrijf 2 dingen op die
waar
zijn.
Schrijf 1 ding op dat
niet waar
is.
De rest moet raden welke zin
niet waar
is.
Slide 23 - Slide
Toets hoofdstuk 1
-
Dinsdag 12 november (18.00, lokaal C3.17)
- Voorbereiding:
*Maak de online toets
*Oefen de blauwe woorden/grammatica (Taalwijzer)
*Maak de online opdrachten
*Stel vragen
- wees op tijd!!! ;)
Slide 24 - Slide
More lessons like this
AEV7 01.10.2024
October 2024
- Lesson with
23 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
3.2: omdat en als
September 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Taalcompleet thema 3.2 A2
June 2022
- Lesson with
10 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Taalcompleet thema 3.2 A2
March 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
AEV7 15.10.2024
November 2024
- Lesson with
19 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
Omdat en als
September 2024
- Lesson with
28 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
3.2 omdat/als
April 2024
- Lesson with
35 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Wi 1 15092022 A2 TC 3.3 en 3.4
September 2022
- Lesson with
11 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2