THEORIE: hoofd- en bijzinnen
1.
HOOFDZIN: staat de persoonsvorm vooraan of na het eerste zinsdeel.
VB. Ga je mee tennissen?
Ik ga vanmiddag tennissen.
Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door de voegwoorden: en, maar, want of of.
Bepaal wat de hoofdzin (hz) is door de zin vragend te maken: de hoofdzin komt dan vooraan te staan.
VB. Dat Yildiz biologie gaat studeren, had volgens mij niemand verwacht.
hz Had niemand volgens mij verwacht dat Yildiz biologie gaat studeren?