8. Bevolking in de toekomst

Bevolking in de toekomst
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bevolking in de toekomst

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
• Je kunt met leeftijdsdiagrammen en het transitiemodel uitspraken doen over de toekomstige bevolkingsgroei in Duitsland en Nederland.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

EXAMENVRAAG

Slide 3 - Slide

maximumscore 2
Daan = juist
Ferdinand = juist
Rosa = juist
indien drie antwoorden juist 2
indien twee antwoorden juist 1
indien minder dan twee antwoorden juist 0
Voorspellen 
Als een land zich ontwikkeld veranderen de geboortecijfers en de sterftecijfers. Als ook de positie van vrouwen veranderd en de welvaart toeneemt, dan kunnen we spreken van een transitie. 
Transitie betekent overgang van de ene situatie naar de andere.  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

GC en SC zijn laag (GC net boven SC)
GC en SC zijn laag (GC net onder SC)
GC en SC zijn hoog 
GC daalt 
sterfecijfer daalt 

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

We noemen dit het transitiemodel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sociale bevolkingsgroei
Of een bevolking groeit hangt van 2 zaken af: 
- natuurlijke bevolkingsgroei
- sociale bevolkingsgroei
Leg uit dat een land in fase 5 van de transitie zit en toch groeit. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bereken de verandering in de bevolkingsomvang in DL in 2017 met behulp van de cijfers hiernaast. Gebruik in je antwoord natuurlijke bevolkingsgroei en sociale bevolkingsgroei.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Bevolking in de toekomst
In NL en Dl zullen in de toekomst de bevolkingsopbouw verder veranderen. 
- vergrijzing
- ontgroening 
Deze verandering kan je goed terug zien in 
  • bevolkingspiramiden
  • leeftijdsdiagrammen 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Dit is voor Nederland. 

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Dit is Duitsland

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Stelling: DL en NL zijn even smal aan de onderkant.
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Gevolgen
SOCIAAL
  • grotere groep mensen met een migratieachtergrond kan sociale gevolgen hebben.
ECONOMISCH
  • de groep werkenden wordt steeds kleiner, die betalen belastingen ed. Daardoor moeten we met ons allen langer doorwerken. 
RUIMTELIJK
  •  minder mensen dan ook minder voorzieningen, vooral in de dorpen. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

EXAMENVRAAG

Slide 16 - Slide

maximumscore 2
Daan = juist
Ferdinand = juist
Rosa = juist
indien drie antwoorden juist 2
indien twee antwoorden juist 1
indien minder dan twee antwoorden juist 0
Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografisch transitiemodel?
A
Geboortecijfer
B
Sterftecijfer
C
Levensverwachting
D
Geboorteoverschot

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waar is in Nederland sprake van?
A
Vertrekoverschot/ Geboorteoverschot
B
Vestigingsoverschot/ Sterfteoverschot
C
Vertrekoverschot/ Sterfteoverschot
D
Vestigingsoverschot/ Geboorteoverschot

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Verdeling over verschillende bevolkingsgroepen
A
bevolkingsopbouw
B
bevolkingsspreiding
C
bevolkingspyramide
D
bevolkingsdichtheid

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Is bij deze bevolkingsopbouw
sprake van een hoge groene
druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Is bij deze bevolkingsopbouw
sprake van een hoge groene
druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions