W3_L1_P3_Spelling 1KA

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

W3_L1_P3_Spelling 1GT

Welkom 1KA

Ga zitten lezen in stilte :)

Planning

• Huishoudelijke mededeling
• Herhaling lesstof: aantekeningenschrift.
• Interactieve toets / quiz.
• Uitleg spreekbeurt.
• Werkblad maken.

• Inhalen begrijpend lezen?
• Herkansen begrijpend lezen

Niet vergeten!

                     Spelling

Herhalen spellingsregels:

• Hoofdletters
• Punten 
• Laatste letter -d of -t
• Bijvoeglijk naamwoord
• Meervoud
• Verkleinwoorden

Lesdoel

Schrijf een hoofdletter....

• aan het begin van elke zin: Deze herfst staat het bos weer vol met paddenstoelen.
  
• bij namen: Bjorn, Hoofdstraat, Tilburg, Lowlands, Netflix.
  
• bij woorden die van namen afgeleid zijn: Haarlemse boekhandel, Wilhelminastichting, Zuid-Hollandse.

Let op!

Sommige achternamen hebben tussenvoegsels (zoals van der of ten). Het eerste tussenvoegsel krijgt een hoofdletter als je geen voornaam of voorletter gebruikt: Martine van der Zanden, M. van der Zanden, mevrouw M. van der Zanden of mevrouw Van der Zanden.

Let op: dagen (vrijdag), maanden (juli), seizoenen (herfst) en windstreken (zuidwest) schrijf je met een kleine letter.

Zo gebruik je leestekens

• Eindig een gewone zin met een punt (.): Ik eet geen vlees.
  
• Eindig een vraagzin met een vraagteken (?): Ken je het verhaal van Reinaert de Vos?
  
• Eindig een uitroep (bijvoorbeeld van verbazing of woede) met een uitroepteken (!): Wat een goed idee!

Wanneer gebruik je geen hoofdletter?

1. (eigen) namen
2. bij een afleiding van een naam
3. aan het begin van een zin
4. bij kalendermaanden

Let op leestekens:

1. Wat een stomme grap!
2. Ik vraag je dit, omdat ik het niet weet?

1. 1 is correct, 2 niet
2. 2 is correct, 1 niet
3. 1 en 2 zijn correct
4. 1 en 2 zijn niet correct

Welke naam is goed gespeld?

1. Bas Van Der Sloten
2. meneer Van Der Sloten
3. meneer B. Van der Sloten
4. meneer Van der Sloten

Zo bepaal je of een woord op een -d of -t eindigt:

Als het woord géén persoonsvorm in de tegenwoordige tijd is, gebruik je de verlengproef om te weten welke letter je moet gebruiken:

• Maak het woord langer door er -e, -en, -eren of -ig achter te zetten.
  
• Hoor je een t? Schrijf dan een -t aan het eind: boten → boot; parelwitte → parelwit; schattig → schat.
  
• Hoor je een d? Schrijf dan een -d aan het eind: rode → rood; tanden → tand; kinderen → kind; handig → hand.

Achter welk woord hoort -eren om het langer te maken?

1. schaap
2. ei
3. bal
4. soep

Achter welk woord -e om het langer te maken?

1. krant
2. boot
3. lood
4. woest

Welk woord is niet goed gespeld?

1. bad
2. poot
3. poord
4. paard

Spreekbeurt

Spreekbeurt

• Kies een passend onderwerp.
• Maak er een Powerpoint presentatie bij.
• Je spreekbeurt duurt minimaal 3 en maximaal 5 minuten.

Zorg dat je volgende week je onderwerp hebt doorgegeven!

Zelfstandig oefenen spelling

Maak het werkblad spelling t/m vraag

Klaar?

Maak oefentoetsen of oefen op Cambiumned.nl