20/3/25 - th1a- meer dan lezen

Welkom!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Inloop + Absentie - 5 min
  • Boek proeven - 20 min
  • Kleine Kennisquiz - 10 min
  • Werken aan weektaak - 10 min
  • Afronding/Reflectie - 5 min 




Doelen:
  • Ik weet alinea's te herkennen
  • Ik weet wat kernzinnen zijn en kan vinden in een tekst.
  • Ik heb de theorie van §5 en §6 gelezen. 

Slide 2 - Slide

Agenda tweede uur
  • Inloop + Absentie - 5 min
  • Flipping - 10 min
  • Toets bespreken - 20 min
  • Werken aan weektaak - 10 min
  • Afronding/Reflectie - 5 min 




Doelen:
  • Ik weet alinea's te herkennen
  • Ik weet wat kernzinnen zijn en kan vinden in een tekst.
  • Ik heb de theorie van §5 en §6 gelezen. 
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Reflectie
timer
10:00
Wat vond je van het boek?

Was vond je opvallend/leuk/minder leuk? En waarom? 

Slide 4 - Slide

Spelling achternamen
Let op: sommige achternamen hebben tussenvoegsels (zoals van der of ten). Het eerste tussenvoegsel krijgt een hoofdletter als je geen voornaam of voorletter gebruikt: 
  • Martine van der Zanden, 
  • M. van der Zanden, 
  • mevrouw M. van der Zanden
  • mevrouw Van der Zanden.

Slide 5 - Slide

Verlengproef
Zo bepaal je of een woord op een -d of -t eindigt
Als het woord géén persoonsvorm in de tegenwoordige tijd is, gebruik je de verlengproef om te weten welke letter je moet gebruiken:
  • Maak het woord langer door er -e, -en, -eren of -ig achter te zetten.
Hoor je een t? Schrijf dan een -t aan het eind: boten → boot; parelwitte → parelwit; schattig → schat.
Hoor je een d? Schrijf dan een -d aan het eind: rode → rood; tanden → tand; kinderen → kind; handig → hand.

Slide 6 - Slide

MET hoofdletter
ZONDER 
hoofdletter
mark
januari
zuidwesten
hema-medewerker
donderdag
haarlemse
netflix

Slide 7 - Drag question

Bij welk antwoord zijn de hoofdletters goed geplaatst?
A
mevrouw M. Van der Zanden
B
mevrouw Van der Zanden

Slide 8 - Quiz

Welke 'proef' gebruik ik om te bepalen of een woord (dat géén werkwoord is!) op D of T eindigt?

Slide 9 - Open question

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een..........
A
werkwoord
B
voegwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord:
Korte vorm
Bijvoeglijk naamwoord:
Lange vorm
ZONDER -E
MET -E
Korte
Lange
Lang
Kort

Slide 11 - Drag question

Bijvoeglijk naamwoorden
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en: houten, papieren, wollen, maar niet altijd (een nylon tas).

Slide 12 - Slide


GROEP A Zelfstandig werken - 10 min
§1(Hoofdletters & Leestekens)
Maak opdracht 1 t/m 3

§2 (Laatste letter D of T)
Maak opdracht 1, 2, 4 en 5

§3 (Bijvoeglijke naamwoorden
Maak opdracht 1 t/m 5

KLAAR? Probeer dan extra opdrachten te maken! 


GROEP B Zelfstandig werken - 10 min
§1(Hoofdletters & Leestekens)
Maak opdracht 1 t/m 3

§2 (Laatste letter D of T)
Maak opdracht 1, 2, 3, 4

§3 (Bijvoeglijke naamwoorden)
Maak opdracht 1 en 2, ga dan naar Route C. Let op! Lees eerst de theorie! Maak dan opdracht 7C en 8C



Slide 13 - Slide

Afronding & Reflectie
Adjudant: kan je herhalen waar we aan gewerkt hebben? 

Hoe vond je het gaan in jouw groep? Wat ging goed en wat kan beter? 

Heb je al jouw doelen gehaald? 

Slide 14 - Slide

Agenda tweede uur
  • Inloop + Absentie - 5 min
  • Flipping - 10 min
  • Toets bespreken - 20 min
  • Werken aan weektaak - 10 min
  • Afronding/Reflectie - 5 min 




Doelen:
  • Ik weet alinea's te herkennen
  • Ik weet wat kernzinnen zijn en kan vinden in een tekst.
  • Ik heb de theorie van §5 en §6 gelezen. 

Slide 15 - Slide


GROEP A Zelfstandig werken - 10 min
§1(Hoofdletters & Leestekens)
Maak opdracht 1 t/m 3

§2 (Laatste letter D of T)
Maak opdracht 1, 2, 4 en 5

§3 (Bijvoeglijke naamwoorden
Maak opdracht 1 t/m 5

KLAAR? Probeer dan extra opdrachten te maken! 


GROEP B Zelfstandig werken - 10 min
§1(Hoofdletters & Leestekens)
Maak opdracht 1 t/m 3

§2 (Laatste letter D of T)
Maak opdracht 1, 2, 3, 4

§3 (Bijvoeglijke naamwoorden)
Maak opdracht 1 en 2, ga dan naar Route C. Let op! Lees eerst de theorie! Maak dan opdracht 7C en 8C



Slide 16 - Slide