Thema 2 Hormonen

Programma
herhaling
uitleg B3
Huiswerk maken opdracht 27 t/m 34
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Programma
herhaling
uitleg B3
Huiswerk maken opdracht 27 t/m 34

Slide 1 - Slide

Mitose, Meiose I en/of Meiose II
Binas 86D
zaadcel en eicel vorming 

Slide 2 - Slide

Mitose
Meiose 
chromosomen uit elkaar
poollichaampje
eerste deling zygote
eerste deling spermacelmoedercel
haploïd
chromatiden gaan uit elkaar

Slide 3 - Drag question


Hoe worden hormonen in ons lichaam vervoerd?

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
Je kunt de bouw, werking en functie van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven.
Je kunt de rol en werking van hormonen bij de voortplanting van de mens beschrijven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hypothalamus en Hypofyse

Hypothalamus: regelcentrum hormoonproductie.


In de puberteit produceert de hypofyse hormonen  bij zowel jongens als meisjes:

 FSH en LH

Slide 7 - Slide

hormonen man
FSH stimuleert vorming zaadcellen in zaadbal

LH stimuleert productie testosteron

Testosteron zorgt voor secundaire geslachtskenmerken en zaadcelproductie 
Testosteron remt productie FSH, LH en GnRH = negatieve terugkoppeling

Slide 8 - Slide

mannelijke hormonale regeling. Opdracht 26 
Binas 89C

Slide 9 - Slide

Binas 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Slide

Lees blz 117 t/m 119 en maak opdracht 30

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

huiswerk
27 t/m 34

Slide 15 - Slide

Samenvatting man (neem over en vul in)
Vanaf de puberteit maakt het orgaan..................(1) bij jongens en meisjes de hormonen ............... (2) en ..........................(3)
Bij jongens stimuleert het hormoon ...... (2) de productie van ............................ (4) en het hormoon ....... (3) in de testis de productie van het hormoon ............................(5)
........................(5) stimuleert de productie van ....................(4) en ook de vorming van de .................. .....................(6) 
..................................... (5) remt de productie van .................(2+3) waardoor de concentratie ........................(5) ongeveer constant blijft

Slide 16 - Slide

Vrouwelijke mestkalveren worden soms illegaal ingespoten met hormonen. Er is dan een grote opbrengst.
Welk van de volgende hormonen zal men waarschijnlijk inspuiten om meer vlees te krijgen?
A
Progesteron
B
Oestrogeen
C
FSH
D
Testosteron

Slide 17 - Quiz

Programma
samenvatting + herhaling
oefenen met contextvragen
quizlet begrippen

Slide 18 - Slide

Samenvatting vrouw (neem over en vul in)
De menstruatiecyclus duurt gemiddeld bij een meisje ..... (1) dagen. 
Het hormoon............... (2) stimuleert de eerste 14 dagen de rijping van het ........... (3) Het ....................... (3) produceert vervolgens het hormoon .................(4) Deze zorgt vervolgens voor de verdikking van het ...................................(5)
Onder invloed van hormoon ........(6) dag 14 barst het ...................... (3) open en komt de eicel in de ......................... (7)  terecht. Als de eicel niet binnen 24 uur bevrucht wordt dan sterft het af.Het overgebleven weefsel heet het ............................ (8)  Deze produceert vervolgens het hormoon ......................... (9) dat zorgt voor een extra verdikking van het ..........................................(5) Hormoon .......(8) remt vervolgens .........(2)

Slide 19 - Slide

Hypofyse
Hormoon
Hormoon
Bloed
Hypothalamus

Slide 20 - Drag question

Testosteron is het mannelijk geslachtshormoon. Door welke hormoonklier wordt testosteron gemaakt?

A
Hypothalamus
B
Eierstokken
C
Hypofyse
D
Zaadballen

Slide 21 - Quiz

De anticonceptiepil bevat onder andere het hormoon progesteron.
Op welke manier voorkomt dit de bevruchting.
Denk aan de hormonale regelkring!

Slide 22 - Open question

Oefenen met contexten lezen
Lees de context  'de mannenpil'   blz 147
Beantwoord de vragen:
wie (om wie gaat het)
wat (is het onderwerp)
hoe (zit het biologisch in elkaar

Slide 23 - Slide

Antwoord context
wie: mannen 
wat: anticonceptie bij mannen
hoe: gel of anticonceptiepil met hormonen --> remmen spermacelproductie 
of injectie --> blokkering zaadleiders

Slide 24 - Slide

Maak nu opdracht 67 tot en met 70
bespreken over 10 minuten

Slide 25 - Slide

Hoe te leren voor biologie
BASIS ken de biologische begrippen en de definities! 
leerdoelen: doe een braindump. beantwoord de leerdoelen voor jezelf --> check vervolgens met de samenvatting.
Oefen: test jezelf, maak belangrijke huiswerkopgaven (zie leerdoelenlijst) nog een keer  
Maak examenvragen: examentrainer: opgave 1, 4, 7, 8, 10 of op biologiepagina

Slide 26 - Slide

Aanpak examenvragen
  • lees de context door en stel jezelf de vragen: wie, wat en hoe
  • Lees de vraag, onderstreep belangrijke info
  • ga nu gericht op zoek naar informatie uit de context
  • Beantwoord de vraag, gebruik biologische begrippen!

Slide 27 - Slide