This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
250 = doscientos cincuenta
317 = trescientos diecisiete
500 = quinientos
2000 = dos mil
2002 = dos mil dos
'Bailar'
# Rellena los verbos ausentes en los huecos del texto.
Ik eet een broodje. Como un bocadillo.
Ik ga een broodje eten. Voy a comer un bocadillo.
Ik heb een broodje gegeten. He comido un bocadillo.
HABER + voltooid deelwoord
yo he comido
Ik heb gister met mijn moeder een broodje gegeten.
Ayer he comido un bocadillo con mi madre.
In het Spaans: alle ww bij elkaar! hier kan niets tussen in komen.
1. Wij hebben in Barcelona gewoond. (vivir)
2. Hij heeft een pizza gegeten. (comer)
3. Hebben jullie Spaans gesproken? (hablar)
hacemos ejercicio 13-14
pág. 51 - 53
¿listo?
continua con los próximos páginas -->
klik HIER voor een
Kruiswoordpuzzel
met de PERFECTO
Vul de voltooid deelwoorden in (vorm van HABER hoeft niet)