What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.3 Moleculaire stoffen
3.3 Moleculaire stoffen
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.3 Moleculaire stoffen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert hoe moleculaire stoffen zijn opgebouwd.
Je leert om structuurformules te tekenen.
Je leert de systematische naamgeving van anorganische moleculen.
Slide 2 - Slide
Deze les
Lezen 1.4
LessonUp doorlopen
Maken vragen 41, 42, 52
Uitleg structuurformules
Samen oefenen
Maken 44BC, 46, 47, 49, 53AB
Slide 3 - Slide
Moleculaire stoffen
Verbindingen die alleen uit niet-metaal atomen bestaan.
Ook wel 'moleculen' genoemd.
Voorbeelden: H
2
O, C
2
H
6
O, HCN, PCl
3
Ontstaat door vorming van
atoombindingen
.
Moleculen worden bij elkaar gehouden door
vanderwaalsbindingen
.
Slide 4 - Slide
Atoommodel niet-metaal
Niet-metaalatomen missen
elektronen in hun buitenste
schil (
valentie-elektronen
) om
te voldoen aan de
edelgas-
configuratie
.
Slide 5 - Slide
Gedeeld elektronenpaar
Om edelgasconfiguratie te bereiken
kan een niet-metaal een elektron opnemen van een metaal (=zout, zie 3.1)
of delen twee niet-metaalatomen de elektronen: een
gedeeld elektronenpaar
, ook wel
atoombinding
of
covalente binding
genoemd.
Slide 6 - Slide
Atoombinding
Atoombinding is heel sterk.
Atoombinding verbreekt alleen bij chemische reacties, waarbij nieuwe moleculen ontstaan.
Hoeveel bindingen een niet-metaal aangaat, hangt af van de
covalentie
.
Covalentie geeft aan hoeveel elektronen gedeeld moeten worden om elektronenconfiguratie te bereiken.
Slide 7 - Slide
Covalentie
Geeft aan hoeveel elektronen gedeeld worden, dus hoeveel atoombindingen worden gevormd.
Eenvoudig af te lezen uit periodiek systeem.
Aantal elektronen erbij tot edelgas (groep 18) = covalentie.
Covalentie H=1, F=1, O=2 enz.
Slide 8 - Slide
Voorbeeld: waterstof
H heeft 1 valentie-elektron, wil er 1 elektron bij.
Covalentie = 1
Molecuulformule
= H
2
Structuurformule
= H-H
H + H
H
2
Slide 9 - Slide
Voorbeeld: zuurstof
O heeft 6 valentie-elektronen, wil er 2 bij.
Covalentie = 2
Molecuulformule
= O
2
Structuurformule
= O=O
O + O
O
2
Slide 10 - Slide
Wat is de covalentie van koolstof (C)?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Wat is de covalente van zwavel (S)?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Twee-atomige moleculen
Cl
aire
F
ietst
I
n
H
aar
O
nderbroek
N
aar
Br
eda.
(Chloor = Cl
2
, fluor = F
2
etc.)
Noteer dit ezelsbruggetje bij je belangrijke aantekeningen!
Slide 13 - Slide
Hoeveel atoombindingen zitten er in een stikstofmolecuul?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
De vanderwaalsbinding
Slide 15 - Slide
0
Slide 16 - Video
Hoe noemen we deze fase-overgang? (vast naar gas, zie filmpje)
A
smelten
B
condenseren
C
sublimeren
D
rijpen
Slide 17 - Quiz
Wat gebeurt er met de atoombindingen van jood bij sublimeren?
A
verbreekt
B
wordt zwakker
C
wordt sterker
D
niets
Slide 18 - Quiz
Fase-overgang
Bij een fase-overgang blijven de moleculen hetzelfde (
atoombinding
blijft intact).
De afstand tussen deeltjes veranderd ->
Vanderwaalsbinding
(
molecuulbinding
).
Hoe dichter op elkaar, hoe sterker de V/d waalsbinding.
Slide 19 - Slide
Vanderwaalsbinding
Aantrekkingskracht tussen moleculen (dus niet aanwezig bij metalen of zouten!)
Relatief zwakke binding (aanwezig bij vaste fase, deels verbroken bij vloeistof, afwezig bij gas en opgeloste stof).
Hoe groter de massa van het molecuul, des te sterker de vanderwaalsbinding.
Slide 20 - Slide
Wat gebeurt er met de Vanderwaalsbinding als suiker wordt opgelost in thee.
A
verbreekt
B
wordt zwakker
C
wordt sterker
D
niets
Slide 21 - Quiz
Leg de afbeelding in je eigen woorden uit.
Slide 22 - Open question
Even oefenen
Maak vragen 41, 42, 52
Slide 23 - Slide
Naamgeving
Moleculaire stoffen hebben een
systematische naam (rationele naam)
.
Soms hebben stoffen een andere naam, dit is dan de
triviale naam
(66 A).
Je gebruikt bij de systematische naamgeving o.a. de telwoorden (66 C).
P
2
O
5
di
fosfor
penta
oxide
Slide 24 - Slide
Structuurformules
Noteer de molecuulformule.
Noteer de covalenties van de atomen.
Zet het atoom met de hoogste covalentie centraal.
Teken atoombindingen naar de andere atomen, zodat alle atomen de gewenste covalentie hebben.
Slide 25 - Slide
Structuurformules
Teken de structuurformule van H
2
SO
4
, gegeven is dat S hier een covalentie van 6 heeft.
S = 6
O = 2
H = 1
Noteer de molecuulformule.
Noteer de covalenties van de atomen.
Zet het atoom met de hoogste covalentie centraal.
Teken atoombindingen naar de andere atomen, zodat alle atomen de gewenste covalentie hebben.
S en P voldoen vaak niet aan de verwachte covalentie!
Slide 26 - Slide
Samen oefenen
Teken de structuurformules van C2H6 , HCN , SO2
Slide 27 - Slide
Samen oefenen
Teken de structuurformules van C
2
H
6 ,
HCN , SO
2
Slide 28 - Slide
Samen oefenen
Volgende keer een kleine opfriscursus molrekenen met behulp van reacties.
Opdrachten:
§3.3: 24 t/m 32 & 34 t/m 41
§3.4: 43 t/m 54
Slide 29 - Slide
More lessons like this
2.4 Covalente bindingen
October 2020
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
2.4 Covalente bindingen
November 2023
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.3 Moleculaire stoffen
August 2022
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.3 Moleculaire stoffen
September 2022
- Lesson with
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.4 moleculaire stoffen
September 2022
- Lesson with
36 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§3.3 - Moleculaire stoffen
February 2024
- Lesson with
34 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3.3 Structuurformules en namen van moleculaire stoffen
November 2019
- Lesson with
30 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3.3 Structuurformules en namen van moleculaire stoffen
November 2021
- Lesson with
31 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4