Hoofdstuk 3 - Paragraaf 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3 - Paragraaf 1 (deel 2)

20 januari 2021

Nodig: Laptop (Google Meet), telefoon (LessonUp) en een schrift + pen (aantekeningen)

Wat gaan we doen vandaag?

- Herhalen vorige les.

- Uitleg Paragraaf 1

- Zelfstandig werken.

- Afsluiting

 

Leerdoelen

1. Je kunt de 5 hoogtegordels beschrijven.

2. Je kunt de 5 hoogtegordels op basis van afbeeldingen herkennen.

3. Je kunt het begrip reliëf in eigen woorden omschrijven.

4. Je kunt de 4 reliëfvormen benoemen en herkennen in een afbeelding/verhaal.

5. Je weet het verschil tussen laagvlakte en hoogvlakte.

6. Je kent de kenmerken van jonge/oude gebergten.

Hoe noemen we het proces van het bewegen van platen?

1. Platentektoniek
2. Epicentrum
3. Convergentiestromen
4. Aardkorstplaat

Platen en breuken

Chili heeft af en toe te maken met zware aardbevingen. 

Platentektoniek zorgt hiervoor.

Welke platen zorgen voor aardbevingen in Chili?

Plaatbewegingen

Platen bewegen door de convectiestromen. 

Je hebt 3 soorten plaatbewegingen, welke zijn dit?

Benoem de 3 plaatbewegingen (aardrijkskundig begrip noemen)

De zwarte pijlen geven de beweging aan. Welk begrip hoort bij deze beweging?

1. Convergente plaatbeweging
2. Divergente plaatbeweging
3. Transforme plaatbeweging

De zwarte pijlen geven de beweging aan. Welk begrip hoort bij deze beweging?

1. Convergente plaatbeweging
2. Divergente plaatbeweging
3. Transforme plaatbeweging

De zwarte pijlen geven de beweging aan. Welk begrip hoort bij deze beweging?

1. Convergente plaatbeweging
2. Divergente plaatbeweging
3. Transforme plaatbeweging

Wat gebeurt er in een subductiezone? Het volgende moet in je antwoord terugkomen: plaatbeweging, soort platen en het kenmerk van de platen dat subductie verklaren

0

Instuctie uitleg

Wat: Je gaat luisteren naar de uitleg. Tijdens de uitleg maak je aantekeningen.

Hoe: Je schrijft dit in je schriftje.

Na de uitleg maak je een foto van je aantekeningen. Deze foto upload je in het bestand in de Classroom (verplicht!)

0

Een middelgebergte ligt tussen welke hoogten?

1. 0 - 200 meter
2. 200 - 500 meter
3. 500 - 1500 meter
4. meer dan 1500 meter

Een gebied tussen de 200 - 500 meter noemen we?

1. Laagland
2. Heuvelland
3. Middelgebergte
4. Hooggebergte

Laagland is vrijwel overal lager dan?

1. 50 meter
2. 100 meter
3. 150 meter
4. 200 meter

Reliëf en vlakte

De aarde heeft hoogteverschillen in het landschap (reliëf). Er zijn 4 verschillende reliëfvormen:

Hooggebergte -> hoger dan 1500 meter.

Middelgebergte -> tussen de 500 en 1500 meter hoog.

Heuvelland -> meestal tussen de 200 en 500 meter.

Laagland -> bijna overal lager dan 200 meter.

Een gebied zonder reliëf noem je een vlakte. Hier heb je 2 varianten op:

Laagvlakte -> het ligt lager dan 500 meter.

Hoogvlakte/Plateau -> het ligt hoger dan 500 meter.

Hoogtegordels (aantekening)

We hebben jonge gebergten en oude gebergten. Wat zou het verschil zijn?

Jong gebergte

Kenmerken:

- Ze zijn hoog.

- Ze hebben steile hellingen.

- Ze hebben spitse bergtoppen.

- Ze hebben diepe dalen.

Oud gebergte

Kenmerken:

- Ze hebben flauwe hellingen.

- Ze hebben afgeronde toppen.

- Ze zijn veel lager.

Aan de slag!

1. Maak een duidelijke foto van je aantekeningen en plaats deze nu in het Google Document.

2. Daarna ga je naar de methodesite en ga je de opdrachten van 3.1 maken. 

Je bent om 11:30 terug in de Google Meet!

Beschrijf zo duidelijk mogelijk wat je tijdens deze les hebt geleerd.