bijvoeglijk naamwoord (1)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het kan er direct vóór staan, maar ook eráchter. Je kunt er een e achter zetten, afhankelijk van het lidwoord dat bij het zelfstandig naamwoord hoort. Bij stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden komt er en achter, maar soms ook behoudt het bijvoeglijk naamwoord zijn oorspronkelijke vorm, dus zonder verbuiging: een koperen ketel, het plastic tasje