Kgt 2 H6 Vergroten

H6 Vergroten & verkleinen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

H6 Vergroten & verkleinen

Slide 1 - Slide

Lesroutine
  • Binnenkomst les -> Camera aan
  • Absenten controle
  • LessonUp les doornemen (Camera mag uit)
  • Vragen stellen
  • Zelfstandig werken (vragen via chat)
  • Afsluiting, Camera's weer aan

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Hst 6 Vergroten  

Wat leer je vandaag?
Hoe je een afbeelding vergroot

Slide 3 - Slide

Lengte en breedte vergroten
  • Wat gaat er mis? 

Slide 4 - Slide

Vergroten 
Alle zijden worden met hetzelfde getal vermenigvuldigd
De vorm blijft hetzelfde
De grootte van de hoeken blijft hetzelfde

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

6.2 Factor
Het getal waarmee je ALLE lengten van een figuur vergroot.

Oud x ... = Nieuw
Dus: 30 x ... = 40

40:30 = 1,33
Factor is 1,33


Factor = nieuw : oud

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
AB = 2 cm oud
KL = 3 cm nieuw

factor = 3 : 2 = 1,5 

Bereken PQ als AB oud is


Factor = nieuw : oud

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Rekenen met de factor
Bereken de factor. 
Het 1e plaatje is het oude plaatje. 

4,5 : 3 = 1,5
De factor is 1,5
Factor = nieuw : oud

Slide 10 - Slide

Vergroten en verkleinen
Is de factor groter dan 1, dan wordt de afbeelding groter

Is de factor kleiner dan 1 (0,3 bijvoorbeeld) dan wordt de afbeelding kleiner

Slide 11 - Slide

Verkleinen 
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een oud en een nieuw beeld.

nieuw : oud 

4 : 8 = 0,5
factor = 0,5

Slide 12 - Slide

Verkleining 
In de vorige opdracht was de uitkomst 0,5.
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.



Slide 13 - Slide

Verkleinen
nieuw : oud
10:15 = 0,67
De factor is 0,7 afgerond

Dat is kleiner dan 1, dus de afbeelding wordt kleiner

Slide 14 - Slide

Kopieerapparaat
100 %   = factor 1        (plaatje blijft gelijk). 
50 %     = factor 0,5   (plaatje wordt 2 keer zo klein). 
200 %  = factor 2       (plaatje wordt 2 keer zo groot). 

Procenten : 100 = factor. 

Slide 15 - Slide

6.4 Schaal

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

6.5 Schaal berekenen
  1. meet een lengte in de tekening waarvan je de echte maat weet
  2. vul de getallen in de rekenpijl
  3. bereken de factor
  4. schrijf de schaal op, rond af

Cm in de tekening x...= cm in werkelijkheid

Slide 18 - Slide

Wat is de factor?
15
Wat is de schaal?
1 : 15

Slide 19 - Slide

Omtrek en oppervlakte

Bij vergroten met factor 3 wordt de omtrek ook 3 keer zo groot

De oppervlakte wordt dan 3 x 3 = 9 keer zo groot

Slide 20 - Slide

Oppervlakte
  • De factor is 1,5

  • Oppervlakte oud = 15 cm

  • Oppervlakte  nieuw = 1,5  x 15  = 33,75 cm
Oppervlakte nieuw = factor  x oppervlakte oud
2
2
2
2

Slide 21 - Slide

Oppervlakte vergroten
De rechthoeken zijn gelijkvormig 
Klein = oud
Groot = nieuw

Factor is .......

De oppervlakte is ......... keer groter
 
Oppervlakte = .....

Slide 22 - Slide