grammatica zinsdelen H1

Grammatica zinsdelen H1
Persoonsvorm en zinsdelen 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen H1
Persoonsvorm en zinsdelen 

Slide 1 - Slide

Je leert
- de persoonsvorm herkennen
- een zin verdelen in zinsdelen 

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm (pv)
  • De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
  • Elke zin heeft altijd één persoonsvorm.
  • Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
  • Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm. 



Slide 3 - Slide

Zinsdelen 
1. Zoek de persoonsvorm en zet er streepjes naast
De leerling / zoekt / vandaag de zinsdelen
2. Alles dat voor de persoonsvorm staat is al een zinsdeel
De leerling / zoekt / vandaag de zinsdelen
3. Probeer de rest voor de persoonsvorm te plaatsen door de zin te veranderen:
- Vandaag / zoekt / de leerling / de zinsdelen
- De zinsdelen / zoekt / de leerling / vandaag

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

Hij praat de hele tijd.
A
hij
B
praat
C
hele
D
tijd

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

Het is vandaag slecht weer.
A
het
B
is
C
slecht
D
weer

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

Jullie zouden nu de persoonsvorm moeten kunnen vinden.
A
zouden
B
moeten
C
kunnen
D
vinden

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

Wij hebben gisteren een heel eind gelopen.

Slide 8 - Open question

Wat is de persoonsvorm?

Wij hebben het huiswerk niet kunnen maken.

Slide 9 - Open question

Wat is de persoonsvorm?

Ik heb heel erg hard moeten lachen.

Slide 10 - Open question

Is de zin goed verdeeld in zinsdelen?

ik / heb / mijn huiswerk / gemaakt
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Is de zin goed verdeeld in zinsdelen?

Het / gaat / vandaag / heel / hard / regenen.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz