Vrijdag 7 februari
1 / 33
Lesson duration is: 120 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Link
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De bh
De bh
Slide 9 - Open question
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De bv
De bv
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
De gevierde verjaardag was gezellig.
De gevierde verjaardag was gezellig.
Slide 12 - Open question
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
We stonden bij het gelande vliegtuig.
We stonden bij het gelande vliegtuig.
Slide 13 - Open question
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
Karim haalt het bezorgde pakketje op.
Karim haalt het bezorgde pakketje op.
Slide 14 - Open question
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
De politie deed onderzoek bij het afgebrande huis.
De politie deed onderzoek bij het afgebrande huis.
Slide 15 - Open question
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
De verliefde jongen is in de wolken.
De verliefde jongen is in de wolken.
Slide 16 - Open question
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
De aannemer heeft het verbouwde huis netjes opgeleverd bij de eigenaar.
De aannemer heeft het verbouwde huis netjes opgeleverd bij de eigenaar.
Slide 17 - Open question
Lees de zin; wat is het bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoord?
De gerepareerde auto reed weer zonder problemen.
De gerepareerde auto reed weer zonder problemen.
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Welke is het?
We cannot kiss on a scooter.
Kussen
We cannot kiss on a scooter.
Kussen
Slide 24 - Open question
Welke is het?
I would like a big hamburger.
Wil graag
I would like a big hamburger.
Wil graag
Slide 25 - Open question
Welke is het?
I am going home now, see you tonight.
tot vanavond
I am going home now, see you tonight.
tot vanavond
Slide 26 - Open question
Welke is het?
It is'nt far to my house.
ver
It is'nt far to my house.
ver
