Klas 5: Spelling en grammatica hoofdstuk 2 klas 5 1F niveau.

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dinsdag 8 januari
Terugblik vorige les:
Doelen: 
Aan het einde van de les weet je wat het verschil is tussen sterke en zwakke werkwoorden. 
Aan het einde van de les weet je hoe je werkwoorden moet vervoegen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Weet je nog?
Zwakke werkwoorden
blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.

Sterke werkwoorden 
heben de kracht om in de verleden tijd van klank te veranderen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vorige week (regenen) het de hele dag.
A
het regendde
B
het regendt
C
het regende
D
regent

Slide 8 - Quiz

Gisteren (wachten) ik op de trein.
A
wachtte
B
heb gewacht
C
wachte
D
wacht

Slide 9 - Quiz

Gisteren (komen) Marit te laat.
A
komde
B
kwam
C
komt
D
kwamen

Slide 10 - Quiz

De trainer ...... naar de sporthal .........(gaan)
A
gaat
B
ging
C
is gegaan
D
gingen

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een werkwoord?
A
tafels
B
wij
C
houten
D
houden

Slide 12 - Quiz

Deze week maken:
Hoofdstuk 2 spelling en grammatica afronden. 
blz. 228 opdracht 1 tot en met blz. 237. 
Klaar? Studiemeter hoofdstuk 2 Spelling en grammatica. 

Slide 13 - Slide