This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
https:
Slide 3 - Link
Functies van de lever:
glucose
gal
ureum
alchol, drug en medicijnen
de lever kan schadelijke stoffen zoals ............... afbreken
de lever breekt overtollige eiwitten af, bij dit proces ontstaat ...........
De lever produceert ......... en dit helpt bij het afbreken van vet.
De lever kan de glucosegehalte op pijl houden door ................ om te zetten naar glycogeen
Slide 4 - Drag question
Bram rent een rondje in het park. 's Avonds zit hij Netflix te kijken op de bank. Wanneer komen er meer afvalstoffen van verbranding vrij?
A
Als Bram een rondje rent
B
Als Bram thuis op de bank Netflix zit te kijken.
Slide 5 - Quiz
Welk hormoon gemaakt door de alvleesklier zorgt dat glucose kan worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Hoe noemen we het orgaanstelsel waar de nieren bij horen?
Slide 42 - Open question
Urine wordt tijdelijk opgeslagen in de urineblaas. De urineblaas kan ontstoken raken door bacteriën die van buitenaf in de blaas terechtkomen. Als deze bacteriën in een nierbekken terechtkomen, kan dat een nierbekkenontsteking veroorzaken. Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën achtereenvolgens van buitenaf in een nierbekken terechtgekomen?
A
urineblaas → urinebuis → urineleider → nierbekken
B
urineblaas → urineleider → urinebuis → nierbekken
C
urinebuis → urineblaas → urineleider → nierbekken
D
urinebuis → urineleider → urineblaas → nierbekken
Slide 43 - Quiz
Je ziet dat de zieke nier veel groter is dan de gezonde nier. Wat is daarvoor de verklaring?
A
De urine kan als gevolg van de niersteen niet worden afgevoerd.
B
De wand van de zieke nier is zwakker dan de wand van de de gezonde nier
C
De zieke nier bevat extra urine om de niersteen op te lossen
D
De zieke nier maakt meer urine dan de gezonde nier
Slide 44 - Quiz
Een blaasontsteking komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen. Leg met behulp van de afbeelding uit dat vrouwen een grotere kans hebben om blaasontsteking te krijgen dan mannen.