Thema 5 - BS4

Juist of onjuist:
Bij een te hoge concentratie glucose in het bloed maakt de lever insuline aan
A
juist
B
onjuist
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Juist of onjuist:
Bij een te hoge concentratie glucose in het bloed maakt de lever insuline aan
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quiz

Glucose wordt in de lever omgezet naar...
A
glycogeen
B
glucagon
C
insuline
D
suiker

Slide 2 - Quiz

Hoeveel aanvoerende bloedvaten heeft de lever en hoeveel afvoerende?
A
1 aanvoerend, 1 afvoerend
B
1 aanvoerend, 2 afvoerend
C
2 aanvoerend, 1 afvoerend
D
2 aanvoerend, 2 afvoerend

Slide 3 - Quiz

De lever krijgt zijn zuurstof van..
A
de poortader
B
de leverslagader
C
de poortader en de leverslagader
D
de leverader

Slide 4 - Quiz

In welk van de volgende bloedvaten is de concentratie aminozuren het hoogst?
A
Poortader
B
Leverader
C
Leverslagader

Slide 5 - Quiz

Planning van vandaag
Aan het eind van de les...
  • ... kun je de bouw, werking en functie van de nieren beschrijven

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Door hoge bloeddruk in de nierslagadertjes, wordt bloedplasma in de nierkapsels geperst. Grote moleculen kunnen niet door de membranen en blijven achter in het bloed.
1
Nuttige stoffen (zoals glucose of aminozuren) worden weer terugopgenomen zodat het niet verloren gaat met de urine. De stoffen komen eerst terecht in het weefselvloeistof en daarna in het bloed. Dit proces heet terugresorptie.
2

Slide 10 - Slide

https://www.bioplek.org/animaties/mens_overigen/nierx.html

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat is geen functie van de nieren?
A
Overtollige stoffen zoals water en zouten verwijderen
B
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen afbreken en verwijderen
C
Zorgen voor homeostase in pH en osmotische waarde van het bloed
D
Afbraakprodukten vanuit de lever zoals ureum verwijderen

Slide 13 - Quiz

De afbeelding geeft onder andere een nier weer. Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 14 - Quiz

Urine wordt tijdelijk opgeslagen in de blaas. De urineblaas kan ontstoken raken, door bacteriën die van buitenaf in de blaas terecht komen. Als deze bacteriën in een nierbekken terecht komen, dan kan een nierbekkenonsteking ontstaan.
Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën achtereenvolgens van buitenaf in het nierbekken terecht gekomen?
A
Urineblaas -> urinebuis-> urineleider -> nierbekken
B
Urineblaas -> urineleider -> urinebuis -> nierbekken
C
Urinebuis -> urineleider -> urineblaas -> nierbekken
D
Urineleider -> urinebuis -> urineblaas -> nierbekken

Slide 15 - Quiz

Als je chronische nierinsufficiëntie hebt, raakt de verhouding tussen de zuurgraad en de mineralen in je lichaam verstoord en kun je hyperkaliëmie krijgen (te hoog kaliumgehalte in je bloed).

Leg uit hoe je nieren niet meer de waterhuishouding goed kunnen reguleren als je hyperkaliëmie hebt.

Slide 16 - Open question

Oefenen
Maak opdracht 27, 28 en 29  van thema 5, basisstof 4

Slide 17 - Slide