Basisstof 3 De Nieren

Wat gaan we doen?

  • Herhaling
    -Inwendig milieu
    -Lever
  • Nieren
  • Zelfstandig Werken 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?

  • Herhaling
    -Inwendig milieu
    -Lever
  • Nieren
  • Zelfstandig Werken 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  1. Je kent de bouw en functies van de nieren 


Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
- Terugblik vorige les
- Filmpje de nieren
- Zelf aan de slag
- Examenvraag

Slide 3 - Slide

Herhaling: inwendig milieu

Slide 4 - Slide

Alle organen samen zorgen voor een constant inwendig milieu

Slide 5 - Slide

Waar horen de longen bij?

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opname (zuurstof)
B
Opslag (vet)
C
Uitscheiding (koolstofdioxide)

Slide 6 - Quiz

Waar hoort het gele beenmerg bij?


A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 7 - Quiz

Waar horen de nieren bij?


A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 8 - Quiz

Waar hoort de lever bij?

(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 9 - Quiz

Waar hoort de huid bij?
A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 10 - Quiz


Hoe heet letter j?
A
nier
B
slokdarm
C
maag
D
lever

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN functie van de lever?
A
De lever haalt gifstoffen uit het bloed
B
De lever breekt rode bloedcellen af
C
De lever scheidt ureum af aan de urine
D
In de lever wordt glucose omgezet glycogeen

Slide 12 - Quiz

Hoe heet letter S?
A
darmader
B
leverslagader
C
leverader
D
poortader

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het eiwit dat door de lever kan worden gevormd en dat een belangrijke rol speelt bij de bloedstolling?

Slide 14 - Open question

Gal emulgeert
A
Vetten
B
Niks
C
Eiwitten
D
Koolhydraten

Slide 15 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 16 - Quiz

Waar wordt glucose opgeslagen wanneer je dit tijdelijk niet nodig hebt?
A
alvleesklier
B
lever
C
alvleesklier en lever
D
lever en spieren

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

De nieren
Beschrijf hoe de nieren afvalstoffen uitscheiden en urine maken

Lees de tekst op  blz. 134 en 135

Gebruik de volgende begrippen: Nierschors, niermerg, nierbekken, urine, urineleider en urineblaas

Slide 20 - Slide

Welk geeft nummer 3 aan?
A
Urineleider
B
Nierschors
C
Niermerg
D
Nierbekken

Slide 21 - Quiz


A
Nierbekken
B
Niermerg
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 22 - Quiz

De onderdelen van de nier zijn van buiten naar binnen (gebruik je boek als bron):
A
Nierbekken; niermerg; nierschors
B
Nierschors; nierbekken ;niermerg
C
Niermerg ; nierschors; nierbekken
D
Nierschors; niermerg; nierbekken

Slide 23 - Quiz

Zelfstandig werken

Zie de studiewijzer

Maken opdr 8, 9 + 13 , 14 blz 150 werkboek

Slide 24 - Slide

Examen 2017, eerste tijdvak:
Urine wordt tijdelijk opgeslagen in de urineblaas. De urineblaas kan
ontstoken raken door bacteriën die van buitenaf in de blaas terechtkomen.
Als deze bacteriën in een nierbekken terechtkomen, kan dat een
nierbekkenontsteking veroorzaken.
Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën
achtereenvolgens van buitenaf in een nierbekken terechtgekomen?
A
urineblaas → urinebuis → urineleider → nierbekken
B
urineleider → urinebuis → urineblaas → nierbekken
C
urineleider → urineblaas → urinebuis → nierbekken
D
urinebuis → urineblaas → urineleider → nierbekken

Slide 25 - Quiz