1A: Week 41 lezen

Welkom
Ga zitten op je goede plek en pak je spullen.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Ga zitten op je goede plek en pak je spullen.

Slide 1 - Slide

Boektoets in week 10
  • De boeken die je leest, zijn geschikt voor kinderen vanaf 12 jaar (C-boeken in de bibliotheek). Je leest elk leerjaar boeken van verschillende schrijvers.
  • Het is de bedoeling dat de boeken oplopen in moeilijkheidsgraad en leeftijd. ‘Hoe overleef ik …’ en ‘Het leven van een loser’ zijn dus niet geschikt voor klas 2 en 3.
  • Boeken uit de boekenhoek op school en van www.lezenvoordelijst.nl zijn altijd goed, mits je op de juiste leeftijd let.
  • Als je een boek gekozen hebt, zet je dit in Magister bij LVS (waar je ook je coachgesprekken samenvat). Zet hier de titel van je boek en de schrijver.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke lees- en luisterstrategieën ken je nog?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Welke woordraadstrategieën ken je nog?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Waarom is het belangrijk om het onderwerp van een tekst te begrijpen?
A
Het helpt bij het samenvatten en begrijpen van de tekst.
B
Het maakt de tekst mooier
C
Het heeft geen invloed op het begrip van de tekst
D
Het zorgt voor meer spelfouten

Slide 8 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
Het hoofdonderwerp van de tekst.
B
Een bijzaak in de tekst
C
Het onderwerp van een andere tekst
D
Een willekeurig onderwerp

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Waar staat de hoofdgedachte meestal in een tekst?
A
Middenin de tekst
B
In de voetnoot
C
Aan het begin of het eind
D
Nergens specifiek

Slide 12 - Quiz

Wat betekent hoofdgedachte?
A
Het belangrijkste idee in een tekst
B
De eerste zin van een tekst
C
Een synoniem van titel
D
Een bijzaak in een tekst

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 16 - Mind map

Welke tekstsoort heeft als doel om de lezer te vermaken?
A
Een betoog
B
Een handleiding
C
Een verhaal
D
Een biografie

Slide 17 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekstsoort?
A
Een liefdesgedicht
B
Een krantenartikel
C
Een toneelstuk
D
Een receptenboek

Slide 18 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een verhaal?
A
Het informeren van de lezer.
B
Het overtuigen van de lezer.
C
Het instrueren van de lezer.
D
Het vermaken van de lezer.

Slide 19 - Quiz

Welk tekstdoel heeft een betoog?
A
Het overtuigen van de lezer.
B
Het informeren van de lezer.
C
Het instrueren van de lezer.
D
Het vermaken van de lezer.

Slide 20 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een informatieve tekst?
A
Het informeren van de lezer.
B
Het overtuigen van de lezer.
C
Het instrueren van de lezer.
D
Het vermaken van de lezer.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Aan de slag
Wat: Opdrach
Hoe: Met je schrift en je boek.
Hulp: Het boek en de docent.
Tijd: 25 minuten.
Uitkomst: Je hebt opdracht 9 en 10
Klaar: Verder met je interview. 

Slide 24 - Slide