Cursus 5 Grammatica - Werkwoordelijk gezegde 2B

Welkom allemaal

Leg op tafel:
- laptop
- boek en schrift
- etui
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom allemaal

Leg op tafel:
- laptop
- boek en schrift
- etui

Slide 1 - Slide

Afspraken
Afspraken

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag:

* Herhalen persoonsvorm en onderwerp
* Instructie werkwoordelijk gezegde
* Aan het werk online en in je schrift
* Afsluiting en eventueel Blooket
* Huiswerk

Slide 3 - Slide

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Planning
Cursus 5 Grammatica - Zinsdelen
2B
  • herhaling leerjaar 1
  • par. 4 ww. gezegde
  • par. 6 Samengestelde zinnen
  • par. 8 Mixopdrachten
2K
  • herhaling leerjaar 1
  • par. 4 ww. gezegde van 2B
  • par. 4 Samengestelde zinnen
  • par. 6 Lijdend voorwerp
  • par. 8 Mixopdrachten

Slide 5 - Slide

Herhaling leerjaar 1
Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm en onderwerp

Lesdoel:
Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden.

Slide 6 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 7 - Mind map

Welke vraag stel je om het onderwerp van een zin te vinden?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Even oefenen op papier

Slide 10 - Slide

Hoe goed ben je in het vinden van de persoonsvorm en het onderwerp in een zin
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Werkwoordelijk gezegde

Lesdoel:
  • Aan het einde van de les kan je het werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Voorbeeld

Slide 14 - Slide

Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
het onderwerp
B
het naamwoordelijk gezegde
C
het werkwoordelijk gezegde
D
de persoonsvorm

Slide 15 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Moet jij elke ochtend naar school fietsen?
A
moet
B
fietsen
C
elke ochtend
D
naar school

Slide 16 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Waarom ben jij boos?
A
Waarom
B
ben
C
jij
D
boos

Slide 17 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Joris heeft gisteren zijn examen gemaakt.'

A
heeft
B
heeft gemaakt
C
gemaakt
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde

Slide 18 - Quiz

Wat heb jij zitten doen in die klas?

Het werkwoordelijk gezegde =
A
zitten
B
zitten doen
C
heb zitten doen
D
heb zitten

Slide 19 - Quiz

werkwoordelijk gezegde?
Hopelijk hebben jullie deze opdrachten goed gemaakt.
A
hopelijk
B
hebben
C
hebben gemaakt
D
hebben goed gemaakt

Slide 20 - Quiz

Even anders oefenen
Uit hoeveel werkwoorden bestaat het werkwoordelijk gezegde in de volgende zinnen?
Ga in de goede hoek staan.

Slide 21 - Slide

De hond heeft in de mand geslapen.

Slide 22 - Slide

De hond heeft in de mand geslapen.

Slide 23 - Slide

Ik zal wel vergeten zijn om de boter te kopen.

Slide 24 - Slide

Ik zal wel vergeten zijn om de boter te kopen.

Slide 25 - Slide

De leraar legt de boeken op tafel.

Slide 26 - Slide

De leraar legt de boeken op tafel.

Slide 27 - Slide

Wij zullen deze week naar Amsterdam proberen te reizen.

Slide 28 - Slide

Wij zullen deze week naar Amsterdam proberen te reizen.

Slide 29 - Slide

Jij gaat binnenkort zwemmen.

Slide 30 - Slide

Jij gaat binnenkort zwemmen.

Slide 31 - Slide

Ik kan het werkwoordelijk gezegde
in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Maak:
Online: 
De taken die voor je klaar staan.
In je schrift:
Opdracht 1 t/m 5 
op blz. 204 en 205
Klaar? Online trainen

Slide 33 - Slide

Lesdoel
check

Slide 34 - Slide

Aan het einde van deze les...
... kan ik de persoonsvorm en het onderwerp van een zin benoemen.
... kan ik het werkwoordelijk gezegde van een zin benoemen.

Slide 35 - Slide

Lesdoelen:
Ik kan de persoonsvorm en het onderwerp van een zin benoemen.


Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin benoemen.

Slide 36 - Drag question

Wat kon er beter tijdens deze les?

Slide 37 - Mind map

Wat ging er goed tijdens deze les?

Slide 38 - Mind map

Wat zou je anders willen zien tijdens een les?

Slide 39 - Mind map

Blooket

Slide 40 - Slide