Kapitel 2 - Lektion 4

Lektion 4 heute! 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Lektion 4 heute! 

Slide 1 - Slide

Programm
1. Lernziele
2. Grammatik Wiederholung
3. Aufgaben korrigieren Lektion 4
4. Düsseldorf Interviews

Slide 2 - Slide

Lernziele: 
1. Ich kann der ein- und der-Gruppen in einem Satz anwenden.
2. Ich kann einige Fragen an Muttersprachler Deutsch stellen und sie verstehen.

Slide 3 - Slide

Grammatik: 
Ihr notiert noch einmal das Schema der Fälle

der / die / das / die
ein / ...../ .... / ...... 
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Stappenplan

Stap 1: vertalen

Stap 2:  Staat er een voorzetsel in de zin?

Ja?> 3e naamval mit,nach,bei,seit,von,zu,aus

Ja? > 4e naamval: gegen, ohne, um, durch, für (GOUDF2

Nee? > Ga naar stap 2

Stap 3: Ontleden / vragen stellen

1e naamval: onderwerp (hij) 

3e naamval: meewerkend voorwerp (aan/voor)

4e naamval: lijdend voorwerp (hem) 

Stap 4: Moet ik de der- of ein-Gruppe gebruiken

Denk eraan dat bij de ein-Gruppe ook de bezittelijke voornaamwoorden horen

Stap 5: Is het woord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud

Stap 6: Zet cijfer 1,3,4 van naamval erboven

Vul in

Er kunnen meerdere dezelfde naamvallen in een zin zitten. Bijvoorbeeld een 4e naamval door een voorzetsel en een 4e naamval door ontleden.

Slide 5 - Slide

Der Gruppe & Ein Gruppe

Slide 6 - Slide

der - groep

der, die,das = de, het
dies- = deze, die, dit, dat
jed- = iedere, elke
welch- = welke
alle = alle

Slide 7 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden horen bij de EIN Gruppe!

Slide 8 - Slide

Er kauft ein.. interessantes Buch (o)
A
eines
B
einem
C
ein
D
eins

Slide 9 - Quiz

Der Junge (m) gibt d.. Mädchen (o) ein.. Kuss (m)
A
das, einem
B
dem, einen
C
das, ein
D
dem, einem

Slide 10 - Quiz

D.. Eltern (mv) schenken ihr.. Sohn (m) Geld
A
die, ihren
B
der, ihren
C
der, ihr
D
die, ihrem

Slide 11 - Quiz

Mein Vater (m) gibt unser.. Lehrer (m) ein.. Hand (v)
A
unserem, eine
B
unserem, einer
C
unseren, einer
D
unser, eine

Slide 12 - Quiz

Hausaufgaben
Korrigieren

Slide 13 - Slide

Interview
Wie war Düsseldorf?
Was war gut und was nicht so gut?

Interviews hören.

Slide 14 - Slide