Kapitel 2 - Lektion 4

Lektion 4 heute! 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lektion 4 heute! 

Slide 1 - Slide

Ziele: 
Kapitel 2, Lektion 4: Sehen: Ik kan een indruk vormen van de belangrijkste inhoud van een uitzending op tv.
Lesen: Ik kan audiovisueel materiaal begrijpen door mee te lezen.
Grammatik: Ik kan de der-groep en de ein-groep toepassen (S. 89).

 

Slide 2 - Slide

Grammatik: 
Ihr notiert noch einmal das Schema der Fälle

der / die / das / die
ein / ...../ .... / ...... 
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Stappenplan

Stap 1:  Staat er een voorzetsel in de zin?

Ja?> 3e naamval mit,nach,bei,seit,von,zu,aus

Ja? > 4e naamval: durch,für, ohne, um, gegen

Nee? > Ga naar stap 2

Stap 2: Ontleden / vragen stellen

1e naamval: onderwerp (hij) 

3e naamval: meewerkend voorwerp (aan/voor)

4e naamval: lijdend voorwerp (hem) 

Slide 4 - Slide

Der Gruppe & Ein Gruppe

Slide 5 - Slide

der - groep

der, die,das = de, het
dies- = deze, die, dit, dat
jed- = iedere, elke
welch- = welke
alle = alle

Slide 6 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden horen bij de EIN Gruppe!

Slide 7 - Slide

Er kauft ein.. interessantes Buch (o)
A
eines
B
einem
C
ein
D
eins

Slide 8 - Quiz

Der Junge (m) gibt d.. Mädchen (o) ein.. Kuss (m)
A
das, einem
B
dem, einen
C
das, ein
D
dem, einem

Slide 9 - Quiz

D.. Eltern (mv) schenken ihr.. Sohn (m) Geld
A
die, ihren
B
der, ihren
C
der, ihr
D
die, ihrem

Slide 10 - Quiz

Mein Vater (m) gibt unser.. Lehrer (m) ein.. Hand (v)
A
unserem, eine
B
unserem, einer
C
unseren, einer
D
unser, eine

Slide 11 - Quiz