1.4 Rekenen aan reacties (1) GRT

Welkom 4AD!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 4AD!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

Slide 1 - Slide

Wet van behoud van massa

Slide 2 - Slide

Wet van behoud van massa

Slide 3 - Slide

1.4 Rekenen aan reacties
  • Stappenplan voor berekeningen
  • voorbeeldopgaven

Slide 4 - Slide

1.4 Rekenen aan reacties

Slide 5 - Slide

7 stappenplan (aantekening!)
7 Stappen voor rekenen aan reacties
  1.  Stel de reactievergelijking op.
  2. Welke stof is gegeven en welke stof wordt gevraagd?
  3. Leidt uit de reactievergelijking, de molverhouding af.  (stoichiometrische verhouding)
  4. Bereken de hoeveelheid mol van de gegeven stof.
  5. Bereken vanuit 3. en 4., de hoeveelheid mol van de gevraagde stof.
  6. Reken de gevraagde stof om naar de massa in de gewenste eenheid
  7. Controleer! Juiste stof, juiste eenheid, juiste significantie?

Slide 6 - Slide

1.4 Rekenen aan reacties
C6H12O6
6 O2
->
6 CO2
6 H2O
Molverhouding
1
6
6
6
molaire massa
hoeveelheid mol
massa?

Slide 7 - Slide

Oefenopgaven
Probeer zelf de volgende oefenopgaven te maken aan de hand van het stappenplan dat je net hebt overgeschreven.

Slide 8 - Slide

Hoeveel gram zuurstof ontstaat bij de ontleding van 20,0 g. water?
A
2,22g
B
3,33g
C
17,8g
D
35,5g

Slide 9 - Quiz

Uitwerking
(1) 2 H2O  --> 2 H2 + O2
(2) De gegeven stof is water (H2O), de gevraagde stof is zuurstof (O2). 
(3) Voor 1 mol zuurstof is 2 mol water nodig.
(4) m(water) = 20,0g. M(H2O)=18,016g/mol. n=m/M= 20,0/18,016 =1,111mol
(5) Er ontstaat dus 1,111/2= 0,556 mol zuurstof
(6) M(O2) = 32,00 g/mol. m= 0,556 mol*32,00  = 17,8g
(7) check: juiste stoffen gebruikt, juiste eenheid, juiste significantie.

Slide 10 - Slide

1.4 Rekenen aan reacties






m= 0,556 mol*32,00 = 17,8g
2H2O
->
2H2
O2
Molverhouding
2
2
1
molaire massa
18,016g/mol
32,00 g/mol
hoeveelheid mol
1,111mol
0,556 mol
massa?
20 gram
?

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
1) Lees 1.4 Rekenen aan gehaltes (p. 37-41)
2) Maak 1.4 opdr. 1 t/m 8 (p. 41-43)

Je werkt de 1e 10 minuten voor jezelf in stilte, na die 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buur en loop ik rond voor vragen.






timer
10:00

Slide 12 - Slide