This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Eerst even wat huiswerk bespreken.
We kijken naar opdr. 7 en 8
Slide 1 - Slide
Opdracht 7 In welke bak(ken) wordt CO2 en O2 verbruikt?
A
CO2:alleen bak 1
O2: alleen bak 2
B
CO2:alleen bak 2
O2: alleen bak 1
C
CO2:alleen bak 2
O2: alleen bak 1 en 2
D
CO2:alleen bak 1
O2: alleen bak 1 en 2
Slide 2 - Quiz
De plant in bak 2 staat de eerste vijf uur in het donker. De tweede vijf uur staat de plant in het licht. Tien uur lang zijn de zuurstofopname en zuurstofafgifte van de plant gemeten. De resultaten zijn verwerkt in de grafiek van afbeelding 6.
Leg met behulp van de grafiek uit dat de plant in het licht 800 mL zuurstof per uur produceert.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
In welke van de vier bakken zal de hoeveelheid zuurstof het snelst afnemen?
A
bak 1
B
bak 2
C
bak 3
D
bak 4
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Bij een persoon meten we de volgende waardes van de uitgeademde lucht: zuurstof 17%; koolstofdioxide 3%.
Wat is vermoedelijk de samenstelling geweest van zijn ingeademde lucht?
A
16% O2
4% CO2
B
21% O2
4% CO2
C
16% O2
0,04% CO2
D
21% O2
0,04% CO2
Slide 7 - Quiz
0
Slide 8 - Video
OPBOUW VAN DE LUCHTWEG
Neusholte
Keelholte met strottenhoofd
Luchtpijp
Grote luchtpijptakken = bronchiën
Longen
Kleinere luchtpijptakjes
Longtrechtertjes met longblaasjes
Slide 9 - Slide
Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies.
Neusslijm: kleine stofdeeltjes en
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.
Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte
Slide 10 - Slide
Waarom is neusademhaling beter dan mondademhaling?
A
Er gaat meer lucht naar je longen.
B
Het maakt de lucht droog.
C
De lucht wordt verkoeld.
D
De lucht wordt gekeurd (je kunt het ruiken).
Slide 11 - Quiz
Neusademhaling is beter dan mondademhaling omdat:
De neusharen en het neusslijmvlies filtert de lucht.
Het neusslijmvlies maakt de lucht vochtig.
De bloedvaatjes in de neusholte verwarmen de lucht.
De lucht wordt gekeurd door het reukzintuig.
Slide 12 - Slide
Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt.
De strottenklep: sluit de luchtpijp af.
In het strottenhoofd zitten de stembanden.
Slide 13 - Slide
Keelholte
Slide 14 - Slide
Luchtpijp
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.
Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.
De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.
Slide 15 - Slide
Bronchiën
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën.
Ze vertakken zich in steeds kleinere luchtpijptakjes en eindigen in longblaasjes.
Ook de wanden van de bronchiën
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies.
Slide 16 - Slide
De luchtpijp vertakt zich in...
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes
Slide 17 - Quiz
Bij welke van onderstaande delen van het ademhalingsstelsel wordt de wand beschermt door kraakbeen?
A
Luchtpijp
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp én bronchiën
D
Luchtpijp en luchtpijptakjes
Slide 18 - Quiz
Welke van onderstaande delen van het ademhalingsstelsel is/zijn bedekt met een laagje slijmvlies?
A
Luchtpijp
B
Bronchiën en longblaasjes
C
Luchtpijp én bronchiën
D
Luchtpijp, bronchiën, luchtpijptakjes en longblaasjes
Slide 19 - Quiz
Longblaasjes
Het einde van de bronchiën
Zuurstof wordt opgenomen in het bloed
Koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht
Slide 20 - Slide
Welke bewering is juist?
A
luchtpijptakjes zijn, in tegenstelling tot bloedvaten in de longen,
sterk vertakt
B
luchtpijptakjes zijn, in tegenstelling tot bloedvaten in de longen,
sterk vertakt
C
bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide
sterk vertakt
D
bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide
niet vertakt
Slide 21 - Quiz
0
Slide 22 - Video
Longblaasjes
Aan het einde van de vertakkingen zittende longblaasjes
Die zijn zo klein dat je ze alleen met
een microscoop kunt zien!
Longen zitten vol met longblaasjes
- OPPERVLAKTEVERGROTING
(des te meer longblaasjes,
des te meer zuurstof je kunt opnemen)
Om de longblaasjes liggen bloedvaten.
- O2 gaat het bloed in (rood)- CO2 gaat het bloed uit (blauw)