De overheid, bemoeizuchtig?

Wat gaan we doen vandaag?

  • Lesdoelen paragraaf 3
  • Herhaling paragraaf 2
  • Uitleg paragraaf 3
  • Maken paragraaf 3 opdracht 1 tm 12
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?

  • Lesdoelen paragraaf 3
  • Herhaling paragraaf 2
  • Uitleg paragraaf 3
  • Maken paragraaf 3 opdracht 1 tm 12
  • Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les kunnen jullie aangeven waar de collectieve sector, overheid, rijk en lagere overheden  uit bestaan en wat ze doen.
  • Aan het eind van de les weten jullie wat subsidie betekent en kan je hier ook voorbeelden van noemen
  • Aan het eind van de les weten jullie wat accijns is en hier ook voorbeelden van noemen
  • Aan het eind van de les weten jullie wat collectieve goederen zijn en hier voorbeelden van noemen

Slide 2 - Slide



Herhaling paragraaf 2

Slide 3 - Slide

Wat betekent welvaart?

  • Welvaart geeft aan in welke mate mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen en diensten te bevredigen

Slide 4 - Slide

Wat betekent een extern effect?
  • Externe effecten zijn onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een ander dan de veroorzaker beïnvloedt.

Welke soorten effecten heb je?
  • Positief extern effect
  • Negatief extern effect

Slide 5 - Slide

Waarom grijpt de overheid in bij externe effecten?
  • De overheid grijpt in om de negatieve externe effecten zoveel mogelijk te beperken.

  • Wat kan de overheid voor maatregelen nemen om deze negatieve externe effecten te beperken?
  1.  Accijns
  2.  Bpm
  3.  Vliegtax 

Slide 6 - Slide



Uitleg paragraaf 3

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Subsidies
Wat is nu eigenlijk een subsidie?
  • Een subsidie is een bedrag dat een producent of een consument van de overheid krijgt
Waarom geeft de overheid een subsidie?
  • De overheid probeert de consumptie van bepaalde goederen of diensten, zoals goederen met een positief extern effect, te stimuleren. 

Slide 9 - Slide

Filmpje
Onderstaande vragen schrijf je over in je schrift en beantwoord je tijdens het filmpje. De vragen beantwoord je alleen zonder overleg.
  • Schrijf op wat accijns betekent?
  • Geef voorbeelden waar accijns op berekent wordt?
  • Wat valt je op in dit filmpje?

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video


Bespreken vragen filmpje:


  • Schrijf op wat accijns betekent? 
  • Geef voorbeelden waar accijns op berekent wordt?
  • Wat valt je op in dit filmpje?

Slide 12 - Slide

Collectieve goederen
Dit zijn voorzieningen die voor iedereen bestemd zijn en door de overheid worden betaald. 

  • dijken
  • scholen 
  • ziekenhuizen

Slide 13 - Slide

Waarom collectieve goederen?
1) belangrijk voor iedereen (politie)
2) zelf kwaliteit bewaken(rechtspraak)
3) kosten zijn niet te delen ( straatverlichting)
4) het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Slide 14 - Slide

Belasting op inkomen, winst en vermogen
Belasting op inkomen, winst en vermogen.

  • Mensen met een hoog inkomen  betalen naar verhouding meer belasting dan mensen met een lager inkomen.

Vlaktaks
  • Bij een vlaktaks betaalt iedereen hetzelfde percentage aan belasting, ongeacht de hoogte van het inkomen

Slide 15 - Slide



Maken hoofdstuk 6 paragraaf 3 
opdracht 1 t/m 12

Slide 16 - Slide




Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 17 - Slide