les verbes pronominaux

1 / 17

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

on va parler des verbes pronominaux:

de wederkerende werkwoorden

(zich aankleden, zich haasten etc)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

een wederkerend werkwoord in het Nederlands gaat als volgt:

bijvoorbeeld: zich haasten

ik haast me

jij haast je

hij/zij haast zich

wij haasten ons

jullie haasten je/u haast zich

zij haasten zich

Slide 4 - Slide

In het Frans gaat het bijna op dezelfde manier.

Kijk maar:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Is het verschil je opgevallen?

In het Frans staat het wederkerend voornaamwoord

voor

het werkwoord

en in het Nederlands

achter

het werkwoord

Slide 7 - Slide

encore un exemple:

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

geef de juiste vorm van het werkwoord:

je (se doucher)

Slide 11 - Open question

nous (se lever)

Slide 12 - Open question

elles (s'habiller)

Slide 13 - Open question

vous (se doucher)

Slide 14 - Open question

Marianne (se maquiller)

Slide 15 - Open question

tu (se réveiller)

Slide 16 - Open question

Paul et Monique (se laver)

Slide 17 - Open question