maandag 9 mei 2022

Lezen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen

Slide 1 - Slide

Welkom, dag en datum

Slide 2 - Slide

Hoe was je vakantie?

Slide 3 - Slide

Nieuwe woorden
Thema 14: Muziek

Slide 4 - Slide

allemaal
  • iedereen
  • alles
  • alle dingen of alle mensen
  • Zin: Wij lachen allemaal om het grapje.
  • Zin: Er liggen allemaal boeken op de tafel.

Slide 5 - Slide

apart

  • je  (het) hoort er niet bij 
  •  alleen
  • Zin:  De jongen zit apart in de klas.

Slide 6 - Slide

bekend
  • beroemd
  • veel mensen weten wie een persoon is
  • Veel mensen weten welk gebouw het is.
  • Zin: Beyonce is een heel bekende zangeres.
  • ZinOp de foto staat het Vrijheidsbeeld. Dat is een bekend gebouw.

Slide 7 - Slide

bijzonder
  • heel speciaal 
  • niet gewoon
  • zin: Die muziek vind ik bijzonder mooi.
  • zin: Nemo is een bijzondere vis.

Slide 8 - Slide

het blad
  • het tijdschrift, het magazine
  • een soort dun boekje met veel foto's dat 1 keer per week of 1 keer per maand te koop is.
  • het blad - de bladen
  •  zin: Bij de supermarkt kun je een blad kopen.

Slide 9 - Slide

Sporten 

Slide 10 - Slide

Pauze tot 10.30 u

Slide 11 - Slide

Woordenwolk
  • muziek
  • favoriete
  • jammer
  • draaien
  • standaard
  • moment
  • band 
timer
0:30

Slide 12 - Slide

Ralfi-lezen
  • voorlezen
  • samen hardop
  • in tweetallen
  • Klaar? Wisselen

Slide 13 - Slide

Startopdracht
Thema 14: Muziek

Slide 14 - Slide

Schrijven

Slide 15 - Slide

Pauze tot 12.40 u

Slide 16 - Slide

Grammatica
  •  Ik woon in Nederland.
  • Vroeger heb ik een ander land gewoond.
  • In 2021 ben ik naar Nederland gekomen.
  • Ik heb eerst in een AZC gewoond.
  • Ik leer nu Nederlands.
  • Vroeger heb ik mijn eigen taal geleerd.

Slide 17 - Slide

Grammatica
  • heb gewoond, ben gekomen, heb geleerd 
  • voltooide tijd
  • hulpwerkwoord hebben of zijn en een ge-woord.

Slide 18 - Slide

Grammatica
  • wonen  - ik woon -  ik heb gewoond
  • komen - ik kom -  ik ben gekomen
  • leren - ik leer - ik heb geleerd
  • werken - ik werk - ik heb gewerkt
  • zijn - ik ben - ik ben geweest

Slide 19 - Slide

Pak je laptop

Slide 20 - Slide


gewoond
A
werken
B
komen
C
slapen
D
wonen

Slide 21 - Quiz


gezegd
A
zingen
B
praten
C
zeggen
D
kletsen

Slide 22 - Quiz


gerekend
A
lezen
B
tekenen
C
schrijven
D
rekenen

Slide 23 - Quiz


gereisd
A
reizen
B
fietsen
C
doen
D
koken

Slide 24 - Quiz

Ik woon in Nederland
Ik _______in Nederland _________
A
heb gekookt
B
ben gewoond
C
heb gewoond
D
heeft gewoond

Slide 25 - Quiz

Ik werk op school.
Ik _______op school _________
A
heb gewerkt
B
ben gewerkt
C
heb gelopen
D
heeft gewerkt

Slide 26 - Quiz

Ik doe het goed!
Ik _______het goed _________!
A
heb gesport
B
ben gedaan
C
heb gelopen
D
heb gedaan

Slide 27 - Quiz

Werkblad

Slide 28 - Slide

Disk: bronnen en bouwstenen
Thema 14: Muziek

Slide 29 - Slide

Huiswerk

Slide 30 - Slide

Tot morgen!

Slide 31 - Slide