1A dinsdag 9 maart 3.4 deel I

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Als je 

binnenkomt:

BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?

BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?

HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?

ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?

STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 

BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Wat gaan we doen vandaag:

• Nieuwe paragraaf: 3.4 --> volgende week: schrijfopdracht voor cijfer.
• Uitleg 
• Zelfstandig aan het werk: 15 minuten
• Bespreken fictie boek

• Lesafsluiting

Nodig: je A boek en je schrift. 

Waarom leer je hoe je een verslag schrijft?

Verslag schrijven?

1. Woordenschat vergroten

2. Schrijfvaardigheid vergroten

3. Gebeurtenissen aan elkaar kunnen 'vlechten'. 

Het een leidt vaak tot het ander. Als je hierover gaat nadenken, train je je hersens om onder woorden te brengen waarom dingen gebeuren. 

Toets:

Volgende week dinsdag

Telt 1 x mee, als een SO

1. Een paar vragen over H3.4

2. Zelf een verslag schrijven

Hoofdletters, interpunctie, werkwoordspelling. 

Lesdoelen:

1. Na deze les kan je benoemen hoe je een verslag schrijft

2. Na deze les kan je vertellen hoe je 5W1H-vragen gebruikt

3. Na deze les heb je een fictieboek gekozen om te lezen

Huiswerk:

1. Waar gaat een verslag over?

2. Wat zijn de regels van het schrijven van een verslag?

3. Als je de opdracht krijgt om een verslag te schrijven, welke vragen stel je jezelf dan?

Aan de slag

Werk verder aan H3.4: opdracht 6 t/m 8

Werk stil en zelfstandig. 

Daarna leg ik de volgende opdrachten uit.  

Schrijftaak

Lees bij opdracht 9 t/m 12 wat je moet doen. 

Wat leer je uit deze werkwijze?

Opdracht 9 t/m 12 is huiswerk voor donderdag.

IETS ANDERS

Vanaf donderdag gaan we weer iedere dag 10 minuten lezen. Hiervoor heb je een LEESBOEK met de letter C op de kaft nodig. 

We gaan nu samen naar de mediatheek om een boek uit te kiezen. Op de achterkant staat waar de boeken over gaan. 

KIES EEN LEUK BOEK, ZODAT JE MET PLEZIER KAN LEZEN.

Je geeft aan mij door welk boek je leent. Daarna komen we terug in het lokaal. 

Lesdoelen:

1. Na deze les kan ik benoemen hoe je een verslag schrijft

2. Na deze les kan je vertellen hoe je 5W1H-vragen gebruikt

3. Na deze les heb je een fictieboek gekozen om te lezen

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?