This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
5 minuten lezen
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Reageer hier op alle antwoorden.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Peter weegt meer dan Fatima. Fatima weegt meer dan Sophie. Conclusie: Peter weegt meer dan Sophie. Licht toe of de conclusie waar is.
Slide 9 - Open question
Alle vervoersmiddelen hebben wielen. Een paard is een vervoersmiddel. Conclusie: Een paard heeft wielen. Licht toe of de conclusie waar is.
Slide 10 - Open question
Alle meisjes zijn mensen. Alle mensen zijn jongens. Conclusie: Alle meisje zijn jongens. Licht toe of de conclusie waar is.
Slide 11 - Open question
Sommige moeders werken buitenshuis. Sommige vrouwen werken buitenshuis. Moeders zijn vrouwen. Licht toe of de conclusie waar is.
Slide 12 - Open question
Welke redeneringen met onware conclusies zijn (qua redenering) wel geldig?
Slide 13 - Open question
Bedenk twee voorbeelden van redeneringen die geldig zijn, maar waarvan de conclusie onwaar is.
Slide 14 - Open question
Bedenk twee voorbeelden van redeneringen die ongeldig zijn, maar waarvan de conclusie waar is.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Licht toe welke conclusie jouw voorkeur heeft.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Reageer hier op alle antwoorden.
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Noteer bij deze deugden de bijbehorende uitersten (te veel en te weinig): 1. Dapperheid, 2. Vrijgevigheid, 3. Sympathie, 4. Humor en 5. Ernst.
Slide 22 - Open question
Bedenk een voorbeeld waarbij iemand met slechte bedoelingen toch een goed doel dient.
Slide 23 - Open question
Vind je de handelingen nu moreel te verdedigen? Licht toe.
Slide 24 - Open question
Wat maakt een handeling goed bij 'Doel-ethiek'?
Slide 25 - Open question
Wat maakt een handeling goed bij 'Plicht-ethiek'?
Slide 26 - Open question
"Overal waar de doodstraf veel voorkomt, domineert de onbeschaafdheid; overal waar de doodstraf zeldzaam is, heerst de beschaving." Eens of oneens? Licht toe.
Slide 27 - Open question
Gekozen ethisch onderwerp. Ben je tegen of voor de doodstraf? Licht je antwoord toe.
Slide 28 - Open question
Bedenk een ethisch onderwerp die jij graag in de volgende weektaak aan bod ziet komen.