Klas 2D gymn Montag, den 11. April 2022

Montag, den 11. April 2022  
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterliste A Kapitel 6
  • Grammatik: der- und ein-Gruppe
  • Stufenplan (Stappenplan) Grammatik
  • Machen Aufgabe
  • Hören
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Montag, den 11. April 2022  
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterliste A Kapitel 6
  • Grammatik: der- und ein-Gruppe
  • Stufenplan (Stappenplan) Grammatik
  • Machen Aufgabe
  • Hören
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben
Aufgabe 18.2 -> wie nog inleveren?

Kapitel 6: Einleitung, 
Aufgabe 1.1. 
Aufgabe 2.1 Seiten 91-95

Slide 2 - Slide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je maakt kennis met de verschillende naamvallen in het Duits en zinsontleding.
  • Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.

Slide 3 - Slide

Wörterliste   TB Seite 91
WA linker rijtje

Slide 4 - Slide

Der- und ein-Gruppe:
Waaruit bestaan deze groepen?
Wat kun je vertellen over deze groepen?

Slide 5 - Slide

Grammatik
Zinsontleding en de der- en ein-Gruppe:
Naamvallen: Nominativ, Genitiv, Dativ en Akkusativ
  • onderwerp van de zin
  • -> later bespreken bezitsrelatie: van wie/wiens
  • meewerkend voorwerp
  • lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

Stappenplan grammatik:
  1. Vertaal de zinnen in het Nederlands om zo onderwerp, meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp te vinden.
  2. Wat is het lidwoord van het zelfstandig naamwoord?
  3. Heb ik te maken met de der- of met de ein-Gruppe?

Slide 7 - Slide

Machen Aufgabe 4.3 Seite 
  • Zelfstandig maken
  • Klaar: Bestuderen grammatik tb Seiten 89-90 punt 1
  • Bespreken Aufgabe 4.3
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Hören   Seiten 96-97 + 99
Aufgabe 3.2  Seiten 96-97
Aufgabe 4.1 Seite 99

Slide 9 - Slide

Hausaufgaben: 
Lernen: Plauderecke A+B Seite 68 TB        Lernen: Wörterliste A+B Seite 76-77
Lernen: Schreibecke Seite 72                         Lernen: Grammatik A+B +C Seiten 75-76  + aan- 
                                                                               tekeningen (in stam e /  a + aantekeningen der-Gruppe)

Machen: Kapitel 6
Afmaken 4.3 Seiten 101-102
Aufgabe 3.4 A + B Seite 98 herhaling der en ein-Gruppe vorige hoofdstukken + kloktijden. Spreekoefenning 3.4 B => schrijf opdracht (kloktijden voluit schrijven!)
22 april bespreken GP Kapitel 5

Slide 10 - Slide

  1. Ik zit op de havo.
  2. Ik krijg bijles in wiskunde.
  3. Ik heb nog nooit gespijbeld.
  4. Natuurkunde vind ik moeilijk.
  5. Hoe gaat het bij jou op school?
  6. Mijn lievelingsvak is Engels.
Geef antwoord in het Duits:
  1. Wanneer pak jij je schoolspullen in?
  2. Hoe lang duurt een lesuur?
  3. In welke klas zit je?
  4. Welk vak heb jij woensdag het eerste uur?
  5. Wat doe jij 's avonds altijd?
  6. Hoe laat ga jij naar school?

Slide 11 - Slide

Maak een zin in het Duits:
Voorbeeld: uitleggen - oefening
Der Lehrer erklärt eine Aufgabe/eine Übung.

  1. spieken - zitten blijven
  2. de zinnen - onduidelijk
  3. vergeten - gum
  4. een voldoende - Frans
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Grammatik: der-groep
der-groep bestaat uit: 
  • der die das die (bepaalde lidwoorden)
  • dies-            - deze/dit
  • jed-              - ieder/elk
  • manch-      - menig-/sommige
  • all-                - alle
  • solch-         - zulk/zo’n
  • welch-        - welk

Slide 13 - Slide

Grammatik: der-groep
dies- , jed-, manch-, all-, solch- en welch-
-> willen lijken op de lidwoorden: der die das die

1e stap: Wat is het lidwoord?

Zie schema

Slide 14 - Slide

Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
TB Seite 75 sterke werkwoorden met e in stam

Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
  • du/er/sie/es/man -> i   of   ie  
  • è uitspraak -> i
  • ee uitspraak -> ie

Slide 15 - Slide

Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
  1. gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
  2. geben -> geen ie => i
  3. nehmen -> bij du/er/sie/es/man: h wordt m 
  4. nehmen -> geen ie => dus du nimmst/ er/sie/es/man nimmt
  5. treten -> geen ie => i
  6. treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t   
       du trittst    dus niet => tritest
       er/sie/es/man tritt   dus niet => tritet

Slide 16 - Slide

Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:    -> du/er/sie/es/man -> ä

Aandachtspunten:
  • bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
  • bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
       d of t   
       du hältst                   er/sie/es/man hält

Slide 17 - Slide