Thematiek/Landenkennis:
Je doet kennis op over de geschiedenis, eetcultuur, gewoontes en feesten in het Spaanse taalgebied, en je leert hierover communiceren in het Spaans. Je leert ook de bijbehorende woordenschat.
Kijk- en Luistervaardigheid:
Je oefent met het luisteren en begrijpen van gesprekken over gevarieerde onderwerpen, met bijzondere aandacht voor Spaanse geschiedenis en gewoontes.
Spreek- en gespreksvaardigheid
Je leert presenteren en een gesprek voeren over de geschiedenis, eetcultuur, gewoontes en feesten in het Spaanse taalgebied.
Grammatica/schrijfvaardigheid:
Je leert hoe je in goed Spaans kunt spreken/schrijven over het verleden, je leert hoe je aangeeft dat iets een gewoonte is, en je leert hoe je ‘se impersonal’ toepast (de lijdende vorm, vertaald met ‘worden’ of ‘men’).
Hiernaast wordt geoefend met leesvaardigheid.