3.4 Kookpunt en smeltpunt

Water 3.4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Water 3.4

Slide 1 - Slide

Welke drie fasen zijn er?

Slide 2 - Open question

Bij een vloeistof:
A
zitten de moleculen op een vaste plek
B
bewegen de moleculen los van elkaar
C
bewegen maar zitten tegen elkaar aan
D
je kan niet weten wat de moleculen doen

Slide 3 - Quiz

Mist bestaat uit heel kleine druppeltjes water.
In welke fase is het water in de mist?

A
Het is een damp.
B
Het is een gas.
C
Het is een vaste stof.
D
Het is een vloeistof.

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de fase-overgang van een vloeistof stof naar een gas?
A
rijpen
B
verdampen
C
condenseren
D
smelten

Slide 5 - Quiz

Hoe heet de fase-overgang van een vaste stof naar een gas?
A
vervluchtigen
B
rijpen
C
condenseren
D
smelten

Slide 6 - Quiz

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Sublimeren
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) zijn.
- kan je uitleggen waarom het kook- en smeltpunt een stofeigenschappen zijn.
- kan je uitleggen hoe je het vries of smeltpunt kunt verlagen.
- kan je een temperatuur-tijddiagram smelt- , stol-, kookgrafiek aflezen.

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) zijn.
- kan je uitleggen waarom het kook- en smeltpunt een stofeigenschappen zijn.
- kan je uitleggen hoe je het vries of smeltpunt kunt verlagen.
- kan je een temperatuur-tijddiagram smelt- , stol-, kookgrafiek aflezen.

Slide 10 - Slide

Kookpunt
- Lucht (in het water) lost op, als het water 
warm wordt. 
Er ontstaan luchtbellen in het water.

- Daarna ontstaan er waterdamp-bellen. 
Dan is de temperatuur 100 graden Celsius.

Slide 11 - Slide

Kookpunt
                                               Filmpje

Slide 12 - Slide

Smeltpunt/Vriespunt
Al het ijs moet zijn gesmolten voordat de temperatuur van het water zal stijgen.

Slide 13 - Slide

Vriespunt verlagen
Door een stof toe te voegen aan het water,
zal het vriespunt van water verlagen.

Strooizout is effectief tot -8 graden Celsius.

Slide 14 - Slide

Wat is de temperatuur van
het water?
A
0 °C
B
20 °C
C
80 °C
D
100 °C

Slide 15 - Quiz

Een pannetje water staat te koken. Wat is de temperatuur van de waterdamp?

A
0 °C
B
20 °C
C
80 °C
D
100 °C

Slide 16 - Quiz

Als je water opwarmt, ontstaan er dampbellen.
Hoe hoog is de temperatuur van het water als de dampbellen het wateroppervlak bereiken?

A
0 °C
B
80 °C
C
100 °C
D
20 °C

Slide 17 - Quiz

In Noord-Scandinavië kan de temperatuur in de winter lager zijn dan –20 °C. Daar wordt geen zout gebruikt voor de bestrijding van gladheid, maar zand.
Waarom wordt in Noord-Scandinavië zand gebruikt in plaats van zout?

A
Vanwege het milieu
B
Het is te koud voor zout.
C
Zand werkt beter op kiezelwegen
D
Zand zorgt voor sterkere sneeuw.

Slide 18 - Quiz

Waarom is het kook- en smeltpunt een stofeigenschap?

Slide 19 - Open question

Opdrachten maken 
Wat: Maak opdracht tot 4 van paragraaf 3.4. 
Hoe: De eerste 5 minuten moet zelfstandig daarna mag je overleggen.
Hulp: Overleg eerst met je buurman/ buurvrouw. Als je er nog steeds niet uitkomt steek je vinger op en loopt de docent langs.
Tijd: 10 minuten



timer
10:00

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) zijn.
- kan je uitleggen waarom het kook- en smeltpunt een stofeigenschappen zijn.
- kan je uitleggen hoe je het vries of smeltpunt kunt verlagen.
- kan je een temperatuur-tijddiagram smelt- , stol-, kookgrafiek aflezen.

Slide 21 - Slide

Smelt- en stoldiagram

Slide 22 - Slide

Kookpunt en kooktraject
Wijn is een mengsel en bestaat voor 
12% uit alcohol en voor 88% uit water. 

Mengsels hebben een kooktraject.

Slide 23 - Slide

Kookpunt en kooktraject

Slide 24 - Slide

Kookpunt en kooktraject

Slide 25 - Slide

Opdrachten maken 
Wat: Maak opdracht tot 10 van paragraaf 3.4. 
Hoe: De eerste 5 minuten moet zelfstandig daarna mag je overleggen.
Hulp: Overleg eerst met je buurman/ buurvrouw. Als je er nog steeds niet uitkomt steek je vinger op en loopt de docent langs.
Tijd: 15 minuten



timer
15:00

Slide 26 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) zijn.
- kan je uitleggen waarom het kook- en smeltpunt een stofeigenschappen zijn.
- kan je uitleggen hoe je het vries of smeltpunt kunt verlagen.
- kan je een temperatuur-tijddiagram smelt- , stol-, kookgrafiek aflezen.

Slide 27 - Slide

Waar heb je nog vragen over?

Slide 28 - Open question

Huiswerk
Maak opdracht 1 tot 14 van paragraaf 3.4

Slide 29 - Slide