leesstrategieën leerjaar 1 mavo

leesstrategieen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

leesstrategieen

Slide 1 - Slide

Wat is globaal lezen
A
eerste zin lezen van een alinea
B
eerste en laatste zin lezen van een alinea
C
laatste zin lezen van een alinea
D
de hele tekst goed lezen

Slide 2 - Quiz

Wat zijn leesstrategieën?
A
dat waar de tekst over gaat
B
de opbouw van een tekst
C
de verschillende soorten teksten die er bestaan
D
de verschillende manieren van lezen

Slide 3 - Quiz

Leesstrategieën: wat is geen leesstrategie?
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
onbewust lezen
D
nauwkeurig lezen

Slide 4 - Quiz

Bij zoekend lezen . . .
A
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt
C
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst

Slide 5 - Quiz

Wat doe je NIET bij globaal lezen?
A
Titel en tussenkopjes lezen.
B
Zoekwoorden bedenken voor Google.
C
Inleiding lezen en plaatjes bekijken.
D
Eerste zin van iedere alinea markeren.

Slide 6 - Quiz

Je wil je hoofdstad van Georgië weten. Je gaat naar de pagina over het land op Wikipedia.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 7 - Quiz

Deelonderwerpen van de tekst kun je vinden door..
A
zoekend te lezen
B
globaal te lezen
C
intensief te lezen

Slide 8 - Quiz

Je wil weten waar een tekst over gaat.
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen

Slide 9 - Quiz

Je bekijkt of de schrijver van de tekst deskundig is.
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen

Slide 10 - Quiz

Waar of niet waar?
Leesstrategieën helpen je bij het lezen van een tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Bij zoekend lezen:
A
wil ik snel iets opzoeken in een tekst
B
lees ik een tekst heel precies
C
bekijk ik vooral het onderwerp van de tekst

Slide 12 - Quiz

Bij globaal lezen:
A
let ik vooral op tussenkopjes
B
zoek ik alleen het stukje tekst dat ik nodig heb
C
wil ik snel de belangrijkste informatie uit een tekst halen

Slide 13 - Quiz

Wat doe je bij globaal lezen?
A
Je leest de titel en tussenkopjes
B
Je leest de inleiding
C
Je bekijkt de afbeeldingen bij de tekst
D
Je leest de eerste en laatste zin van alle alinea's

Slide 14 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je het onderwerp van een tekst wilt bepalen?
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van intensief lezen?
A
Het onderwerp bepalen
B
De tekst goed begrijpen
C
De moeilijke woorden kennen
D
De eerste en laatste alinea lezen

Slide 16 - Quiz

Je wil weten of een tekst geschikt is voor je werkstuk.
Welke leesstrategie kies je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen

Slide 17 - Quiz

Je wil weten hoeveel pinguïns er wonen op de Zuidpool.
Welke leesstrategie kies je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen

Slide 18 - Quiz

Je bereid je voor op de toets over leesvaardigheid.
Welke leesstrategie kies je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel van globaal lezen?
A
Onderwerp van een tekst vinden.
B
Deelonderwerpen uit een tekst vinden.
C
Titel en bron van een tekst vinden.
D
De plaatjes en tussenkopjes vinden.

Slide 20 - Quiz

Bij intensief lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
Voor de helft
C
Nog niet

Slide 21 - Quiz

Een kenmerk van zoekend lezen is:
A
Je bekijkt de tekst: titel, tussenkopjes, plaatjes.
B
Je kijkt de tekst snel door en je zoekt het antwoord.
C
Je leest de tekst helemaal.

Slide 22 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je bij de volgende vraag:

Wanneer is de finale van de Olympische Winterspelen?
A
zoekend lezen
B
intensief lezen
C
globaal lezen

Slide 23 - Quiz

Ik wil graag weten of er noten in een product zitten. Dus ga ik de ingrediëntenlijst...
A
globaal lezen
B
intensief lezen
C
zoekend lezen

Slide 24 - Quiz