Junior Einstein groep 6 les 4 (Wat zou je doen met 1 miljoen?)


Oefen met de moeilijke woorden!
Hoe ziet een miljoen eruit in cijfers?
A
1.000.000
B
1.000.000.000
C
1.000.000.000.000.
D
1.000.000.000.000.000
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Oefen met de moeilijke woorden!
Hoe ziet een miljoen eruit in cijfers?
A
1.000.000
B
1.000.000.000
C
1.000.000.000.000.
D
1.000.000.000.000.000

Slide 1 - Quiz

Wat zou je doen met 1 miljoen euro?

Slide 2 - Open question

lees tot en met zin  13

Slide 3 - Slide

wat betekent personeel?

Slide 4 - Open question

lees tot en met zin 15

Slide 5 - Slide

wat betekent dierenvriend?

Slide 6 - Open question

lees tot en met zin 22

Slide 7 - Slide

wat betekent python?

Slide 8 - Open question

lees de hele tekst

Slide 9 - Slide

heb je nog moeilijke woorden?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

1. Lees: Als ik ...geven. (r. 6 en 7)
Waarom zou Liona dat doen?
A
Zodat haar vader het nog drukker krijgt.
B
Zodat ze haar vader vaker ziet.
C
Zodat haar vader meer geld gaat verdienen.
D
Zodat ze later in het restaurant kan werken.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

2. Lees: Mijn vader ... vinden? (r. 3-12)
Wat zou Liona graag anders willen zien?
A
Dat ze meer tijd samen met haar ouders doorbrengt.
B
Dat er meerdere gerechten op de menukaart staan.
C
Dat ze veel vaker op vakantie gaan.
D
Dat haar moeder meehelpt in het restaurant.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

3. Lees: Of zouden ... vinden? (r.12)
Wat doet Liona hier?
A
Ze vraagt zich iets af.
B
Ze trekt een conclusie.
C
Ze doet een voorstel.
D
Ze vertelt een verhaal.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

4. Lees: Dieren in ... zielig. (r. 16 en 17)
Wat doet Tobias hier?
A
Hij maakt een tegenstelling.
B
Hij vertelt een overeenkomst.
C
Hij maakt een vergelijking.
D
Hij geeft zijn mening.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

5. Lees: Ik zie ... me! (r. 12)
Wat is Tobias hier aan het doen?
A
Hij fantaseert over zijn eigen dierentuin.
B
Hij ziet de dierentuin aan het einde van de straat.
C
Hij ziet de python in de dierentuin.
D
Hij tekent zijn dierentuin op papier.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

6. Lees: Ik loop ... toch? (r. 21-23)
Wat past het best bij dit stukje?
A
Tobias is mopperig.
B
Tobias is zeurderig.
C
Tobias is enthousiast.
D
Tobias is lacherig.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

7. Wat vertellen Liona en Tobias in hun tekstje?

Ze vertellen...
A
hoe je 1 miljoen kunt winnen.
B
hoe het is om rijk te zijn.
C
hoe ze later miljonair worden.
D
wat ze zouden doen met veel geld.

Slide 24 - Quiz

Noem zoveel mogelijk verwijswoorden

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide