Les 1 werkwoordspelling (herhaling)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

- Lesboek Nieuw Nederlands

- Leesboek

- Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen

(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Wat gaan we doen?

1. Lesdoel en mededelingen

2. Terugblik

3. Herhalen

4. Aan de slag

5. Huiswerk en evaluatie

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten? 

Lesdoelen

1. Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.

3. Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

4. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

5. Ik kan onregelmatige werkwoorden spellen.

Lesdoel

Ik heb een overzicht van alles wat ik moest leren over werkwoordspelling vorig jaar.

Opdracht

Schrijf alles op wat je er nog van weet.

Paragraaf 8

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Blz. 232

Paragraaf 9

Zwakke en sterke werkwoorden

Blz. 234

Paragraaf 10

Blz. 236

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd: hoe schrijf je die?

Paragraaf 11

De persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen, hoe doe je dat?

Paragraaf 12

Blz. 240

Onregelmatige werkwoorden

Aan de slag

- Werk in stilte

- Maak het werkblad

- Vragen? Steek je vinger op.

 - Klaar? Werk in Numo aan je taak.

Huiswerk

Het werkblad en 10 minuten werken in Numo.

Lesdoel

Ik heb een overzicht van alles wat ik moest leren over werkwoordspelling vorig jaar.

Evaluatie

Wat heb je geleerd deze les?

Wat ging er goed?

Wat kan beter?