Verkoopgesprek h1 tm 3

• Verkoop
• MBO
• Studiejaar 1

Verkoopgesprek

H 1 t/m 3

goederenstroom

Fase 2 van het verkoopgesprek is observeren. Wat is het doel van deze fase?

1. informatie verzamelen om de klant op de juiste manier aan te spreken
2. de klant laten merken dat je hem hebt gezien
3. jezelf aan de klant presenteren en een goede indruk maken

Welke verwachting mag een klant niet hebben als hij een product koopt?

1. dat het onbeschadigd is
2. dat het compleet is
3. dat het tenminste 1 jaar meegaat
4. dat het bruikbaar is voor zijn doel

Wat gebeurt er als een koopovereenkomst wordt ontbonden?

1. De verkoper betaalt een schadevergoeding aan de klant
2. De koper krijgt zijn geld terug en de verkoper krijgt het product terug
3. De verkoper laat het product repareren of vergoeden door de fabrikant

Als de keuken in brand vliegt na kortsluiting door een keukenmachine die niet deugt,
wie draait dan op voor de schade?

1. fabrikant
2. transportbedrijf
3. winkel
4. klant

Welke wetten beschermen de consument tegen gebrekkige producten en verkooppraktijken?

1. Wet productaansprakelijk-heid
2. Wet koop op afstand
3. Wet oneerlijke handelspraktijken
4. alle drie wetten

Kan een verkoper een verkocht product terughalen van een klant als de klant niet betaalt?

1. ja, alleen bij een eigendomsvoorbehoud
2. ja, alleen omdat een verkoper recht van reclame
3. ja, bij eigendomsvoorbehoud en recht van reclame
4. nee, dit mag niet .

Als ondernemer algemene voorwaarden hanteren is

1. onverstandig
2. verplicht
3. verstandig
4. verboden

Bij een koop op afstand (via internet of telefoon) heb je als klant recht op een bedenktijd. Hoe lang is deze minimaal?

1. 1 dag
2. 5 dagen
3. 7 dagen
4. 14 dagen

Wat is een koopmotief?

1. reden dat de klant iets wil kopen
2. reden dat een klant iets niet wil kopen
3. beweging in het koopproces
4. demonstratie voor de klant

Wat is een koopweerstand?

1. reden dat de klant iets wil kopen
2. reden dat een klant iets niet wil kopen
3. beweging in het koopproces
4. demonstratie voor de klant

Munten en
bankbiljetten
noem je ook

1. buitenlands geld
2. bankgeld
3. giraal geld
4. chartaal geld

Wat is voor jou als klant geen
nadeel van betalen met een creditcard?

1. niet alle winkels bieden creditcardbetaling aan
2. soms betaal je een toeslag voor het gebruik
3. je schuld kan flink oplopen
4. aankopen zijn automatisch verzekerd

Wat is voor de winkelier geen
voordeel van de creditcard
betaling?

1. winkelier moet % van betalingen afdragen
2. consumenten kunnen meer besteden dan ze op dat moment hebben
3. goede service voor met name toeristen en zakenmensen
4. geschikt voor hogere aankoopbedragen