This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 9 BS4
Slide 1 - Slide
voortgezette assimilatie
vanuit de gevormde glucose worden andere, grotere organische moleculen gemaakt
Welke drie?
Slide 2 - Slide
voortgezette assimilatie:
volgorde uitleg:
glucose -> koolhydraten
aminozuren -> eiwitten
lipiden -> vetten
Slide 3 - Slide
voortgezette assimilatie:
volgorde uitleg:
glucose -> koolhydraten
aminozuren -> eiwitten
lipiden -> vetten
Slide 4 - Slide
Koolhydraten, binas 67
Koolhydraten = suikermolecuul = saccharide
Bestaat uit C - H - O atomen
Zoek op in binas!
Slide 5 - Slide
1. Noem 2 voorbeelden van monosachariden , 2 disachariden en 2 polysachariden? 2. Wat is het verschil tussen een monosacharide en een discharide en een polysacharide? 3. Hoe herken ik een suiker aan zijn naam?
Slide 6 - Open question
opbouw koolhydraten
naamgeving:
1
2
meer/veel
Slide 7 - Slide
koolhydraten
Slide 8 - Slide
Polysachariden
Slide 9 - Slide
Wat is het verschil tussen alpha en beta glucose?
Slide 10 - Open question
polysacchariden
Slide 11 - Slide
koolhydraten opbouwen: sleep de termen naar de juiste plaats
opbouwen
tot
opbouwen
tot
polysacharide
monosachariden
disachariden
Slide 12 - Drag question
Aan de slag met koolhydraten
Thema 9 basisstof 4
opdracht 32, 33 en 34
Slide 13 - Slide
voortgezette assimilatie:
volgorde uitleg:
glucose -> koolhydraten
aminozuren -> eiwitten
lipiden -> vetten
Slide 14 - Slide
Aminozuren, binas 67H1
Planten kunnen uit glucose (+ stikstofhoudende ionen) aminozuren maken
Dieren kunnen dit niet.
Slide 15 - Slide
Aminozuren, binas 67H1
Planten kunnen uit glucose (+ stikstofhoudende ionen) aminozuren maken
Dieren kunnen dit niet.
Voor mensen twee typen:
Niet-essentiële aminozuren (kan je lichaam zelf maken uit andere aminozuren)
Essentiële aminozuren (moet je binnenkrijgen via eten en drinken)
Slide 16 - Slide
Aminozuren, binas 67H1
Hoe is een aminozuur opgebouwd?
Slide 17 - Slide
Aminozuren, binas 67H1
Carboxygroep (= COOH)
Aminogroep (=NH2)
Centraal C-atoom (C)
Resgroep (R)
Slide 18 - Slide
1. Welke aminozuren zijn essentieel voor mensen? 2. Hoe kan ik in mijn binas herkennen welke aminozuren essentieel zijn?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Welke stof komt vrij als je twee aminozuren aan elkaar koppelt?
Slide 21 - Open question
twee aminozuren koppelen
peptidebinding
Slide 22 - Slide
eiwitten opbouwen: sleep de termen naar de juiste plaats
opbouwen
tot
opbouwen
tot
di/tripeptiden
aminozuren
polypeptide
Slide 23 - Drag question
Slide 24 - Video
Structuur van eiwitten
primaire structuur = 1D
aminozuurvolgorde
secundaire structuur = 2D
α-helix (spiraalvorm)
tertiaire structuur = 3D
vouwing van spiraalvorm
quarternaire structuur = 4D
manier waarop meerdere polypeptideketens samen. één eiwit vormen.
Slide 25 - Slide
Structuur van eiwitten
primaire structuur = 1D
aminozuurvolgorde
secundaire structuur = 2D
α-helix
tertiaire structuur = 3D
vouwing van eiwit als geheel m.b.v. zwavelbruggen
quarternaire structuur = 4D
eiwitcomplex (meerdere eiwitten bij elkaar)
denaturatie eiwitten
verlies van 3D (dus ook 4D structuur) waardoor deze hun functie niet meer kunnen uitvoeren
Slide 26 - Slide
Een enzym is een eiwit
Denaturatie
3D structuur gaat verloren
Slide 27 - Slide
Aan de slag
Thema 9 stofwisseling in de cel
Basisstof 4
35, 36, 39
Slide 28 - Slide
voortgezette assimilatie:
volgorde uitleg:
glucose -> koolhydraten
aminozuren -> eiwitten
lipiden -> vetten
Slide 29 - Slide
Vetten
Krijg je binnen in voeding + een teveel aan eiwitten en koolhydraten kan worden omgezet in vetten.
Dienen als bouwstof (in membranen), als brandstof en als reservestof.
Veel vetten zijn triglyceriden (binas 67G1)
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Vetten
Vetten worden ook wel lipidengenoemd
Meestal opgebouwd uit:
glycerolmolecuul
3-C's en 3-OH's
3 vetzuurmoleculen (triglyceride)
keten CH3 groepen + COOH
Slide 32 - Slide
vorming vetten
+ 3 H2O
Slide 33 - Slide
Verzadiging vetten
verzadigde vetten:heeft het maximale aantal waterstofatomen. Het vetzuur heeft een rechte vorm.
(meervoudig) onverzadigde vetten: heeft niet het maximale aantal waterstofatomen --> bevat één of meerdere dubbele bindingen tussen C-atomen. Heeft vetzuur heeft geen rechte vorm.
Slide 34 - Slide
Wat zijn fosfolipen en waar vinden wij die in het lichaam?
Slide 35 - Open question
vetten - fosfolipiden
bestanddeel van celmembranen
één vetzuur is vervangen door een fosfaatgroep
vetstaarten hydrofoob
67G2
Slide 36 - Slide
vetten
- fosfolipiden
Een celmembraan bestaat uit een dubbellaag fosfolipiden
Slide 37 - Slide
vetten opbouwen: sleep de termen naar de juiste plaats