3H - Les 42 - STG

3H1 - 2 de febrero, 2021 - STG
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3H1 - 2 de febrero, 2021 - STG

Slide 1 - Slide

Programa
  1. Toets zinnen schrijven bespreken
  2. Periode 3 + Quizlet
  3. Bijvoeglijk naamwoorden
  4. Bijvoeglijk naamwoorden bij hoeveelheid
  5. Deberes

Slide 2 - Slide

Planning periode 3
SO voca + lezen - Formatief --> Woensdag 16 februari
SO Unidad 2 (boek 2) - Summatief 2x --> week 14 t/m 18 maart
TAALDORP - 3/4 april - Summatief 4x --> 3 & 4 april


Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Slide

Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
alto
alta
bajo
baja
inteligente
inteligente
azul-
azul-
voor het meervoud voeg een "s" toe!
[of "es" als het woord eindigt met een medeklinker]

Slide 5 - Slide

Bijv nw: Volgorde in de zin
                    
                    El pelo castaño
                    Los ojos azules
                    La chica simpática
                    Las zapatillas rojas

Slide 6 - Slide

Bijv nw: Volgorde in de zin
Bijvoeglijke naamwoorden die te maken hebben met hoeveelheid staan vóór de zelfstandig naamwoord.
                    Tengo mucho pelo
                    Tienes muchos pantalones 
                    Tengo demasiados deberes 
                    Compras pocas bananas 

Slide 7 - Slide

Bijv nw: Hoeveelheid
mucho
mucha
veel
poco
poca
weinig
demasiado
demasiada
te veel
medio
media
halve
otro
otra
andere
voor het meervoud voeg een "s" toe!

Slide 8 - Slide

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

el jugador... [pequeño = klein]
A
pequeño
B
pequeña
C
pequeños

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

los pantalones... [azul = blauw]
A
azul
B
azules
C
azulos

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

los ojos... [bruin = marrón]
A
marrón
B
marrones
C
marronas

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

el vestido... [kort = corto]
A
corta
B
corto
C
cortos

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

las gafas... [barato = goedkoop]
A
barato
B
baratas
C
barata

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

la ropa... [ sportief = deportivo]
A
deportiva
B
deportivo
C
deportivas

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

Tengo ... kilo de bananas
A
medio
B
media
C
medias
D
medios

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

Tengo ... ropa deportiva [ sportief = deportivo]
A
mucho
B
mucha
C
muchas

Slide 16 - Quiz

Is de zin juist?
Yo entreno hora media (ik train een half uur)
JA
NEE

Slide 17 - Poll

Is de zin juist?
Tengo demasiada tarea (ik heb te veel huiswerk)
JA
NEE

Slide 18 - Poll

Is de zin juist?
Quiero falda otra (Ik wil een andere rok)
JA
NEE

Slide 19 - Poll

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

rubio - pelo - tiene - mucho

Slide 20 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

practica - deportes - demasiados

Slide 21 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

media - hora - una

Slide 22 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

pocas - tengo - rojas - camisetas

Slide 23 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

quiero - zapatillas - otras - marrones

Slide 24 - Open question

Deberes
Leren voca 2.1 (boek 2) N-S

Volgende les taaltaak GERUNDIO!!!

Slide 25 - Slide