Recap H3 Prijsbeleid

1 / 38
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Examentermen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Koppel de juiste prijsstrategie
timer
2:00
De prijs is gebaseerd op de prijs die de concurrent voor hetzelfde product vaststelt.
De prijs is gebaseerd op de reactie van de consument.
De kosten die je gemaakt hebt om het product te produceren en op de markt te brengen, is de basis van de prijs.
Bij het vaststellen van de prijs wordt naar de samenhang van het assortiment gekeken.
assortimentsprijsstrategie
consument- of afnemergeoriënteerde prijsstrategie
concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
kostengeoriënteerde prijsstrategie

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een bedrijf berekent de verkoopprijs van een productgroep met behulp van de gemiddelde prijs in de markt. Welke prijsstellingsmethode past dit bedrijf toe?
A
Vraaggeoriënteerde prijsstelling
B
Kostengeoriënteerde prijsstelling
C
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De omzet van een bedrijf is
A
De winst die het bedrijf maakt
B
Alle inkomsten van het bedrijf
C
De kosten die het bedrijf maakt
D
De inkomsten min de kosten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De afzet van het bedrijf is
A
Het geld dat zij voor de producten vragen
B
Het aantal producten dat zij over houden
C
Het aantal producten dat zij weg moeten gooien
D
Het aantal producten dat zij verkopen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bij een break even afzet/omzet
A
Maak je geen winst en ook geen verlies
B
Maak je verlies
C
Heb je alle totale kosten terug verdiend
D
Maak je winst

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voor een retailer zijn de vaste kosten voor product B235 € 6.000.
De verkoopprijs van dit product is € 35.
De variabele kosten zijn € 15.

Bereken het break-evenpunt voor product B235. Laat jouw berekening zien!
timer
3:00

Slide 17 - Open question

€ 6.000 / (€ 35 – € 15) = 300 stuks
J&J verkoopt een artikel voor een verkoopprijs van € 225.
De vaste kosten zijn € 3.000.
De inkoopkosten zijn € 48 en de overige variabele kosten zijn € 2,30.

Wat is de break-evenomzet van dit artikel? Laat jouw berekening zien!
timer
3:00

Slide 18 - Open question

€ 3.000 / (€ 225 – € 50,30 ) = 17, 17 = 18 artikelen
18 × € 225 = € 4.050
Wie kan er nog meer voorbeelden geven?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Concurrentiegeoriënteerd
Prijs aanpassen aan de hand van prijzen concurrenten.
  • Stay-out pricing (beschermen markt)
  • Put-out pricing (concurrent verdrijven)
  • Me-too pricing (passief)
  • Discount pricing (onder normale prijs)
  • Premium pricing (boven normale prijs)
  • Dumping (voorraad kwijtraken).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Loodgietersbedrijf Vlamings staat bekend om de goede kwaliteit die wordt geleverd. Om het kwaliteitsverschil met de concurrentie te benadrukken, hanteert Vlamings een relatief hoge prijs.

Welke methode van prijszetting past Vlamings toe?

A
Stay-out pricing
B
Me-too pricing
C
Premium pricing
D
Put-out pricing

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een fabrikant van heftrucks hanteert extreem lage prijzen om de concurrentie uit de markt te verdrijven.

Welke methode van prijszetting past deze fabrikant toe?


A
Me-too pricing
B
Discount pricing
C
Put-out pricing
D
Stay-out pricing

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

Loss leader-> onder inkoopprijs
Bait pricing - boven de inkoopprijs
Lees H3.6 & maak opr 17 t/m 20
timer
15:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Afnemersgeoriënteerd
Wat de consument er voor over heeft! (consumentensuplus)

  • Psychologische prijsstelling
  • Prijsdiscriminatie 
  • Promotionele prijsstelling 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Hoe lijkt een prijs lager?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Geef een voorbeeld





Prijsdifferentiatie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Kaartjes voor een familievoorstelling in schouwburg Bellevue kosten € 9,50. Kinderen tot 12 jaar hoeven slechts € 4,25 te betalen.

Welke methode van prijszetting past de organisatie van het evenement toe?

A
Prijsdiscriminatie naar product
B
Prijsdiscriminatie naar plaats
C
Prijsdiscriminatie naar type afnemer

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Psychologische prijsstelling

  • Niet-afgeronde bedragen.
  • (emotionele) drempels
  • Taalgebruik!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Promotionele prijsstelling 
Tijdelijke prijsverlaging, bijv.: 
  • "Deze week maar €5,99"
  • van-voor-prijzen "van € 139 voor € 119,90"
  • "nu €100 retour" (refund actie)
  • Op basis van adviesprijs:



Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Promotionele prijsstelling 
Kosten-baten analyse:
  • Bereken extra benodigde afzet.
  • Meet extra omzet (breed).
  • Meet extra klanten.
  • Meet effect op imago.
  • Etc.




Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

1.11

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Is hier sprake van een afroomprijsstrategie of penetratieprijsstrategie?
A
afroomprijsstrategie
B
penetratieprijsstrategie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Een fabrikant wil een nieuw product op de markt brengen. Uit recent verricht haalbaarheidsonderzoek blijkt dat hiervoor veel belangstelling bestaat. Snelheid is echter geboden, want enkele concurrenten hebben dezelfde plannen.

Welke prijsstrategie kan de fabrikant het beste toepassen?
A
Afroomprijsstrategie
B
Penetratieprijsstrategie

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Een 65+’er krijgt korting op vertoon van zijn identificatiebewijs bij toegang tot een museum. Isa hier sprake van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions