What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
âč
Return to search
Keuzeles 3 - De ontkenning - chapitre 2
Keuzeles 3 - De ontkenning - chapitre 2
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Keuzeles 3 - De ontkenning - chapitre 2
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
avoir
A
hebben
B
willen
C
zijn
D
kunnen
Slide 5 - Quiz
avoir - je ...
A
je suis
B
je avoir
C
j'ai
D
je as
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Il ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste vorm van avoir:
Marie ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
On ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
avons
D
a
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils/ elles ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 13 - Quiz
Uitgang werkwoorden -er
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
-ons
-ent
-e
-ez
-es
-e
Slide 14 - Drag question
Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen!
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles
Slide 15 - Drag question
In het Nederlands, welke woorden heb je nodig om een zin ontkennend maken?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Video
'Je ne veux pas' betekent: Ik wil niet.
Welke twee dingen wil de zangeres niet?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Video
WAT GEBEURT HIER!
Slide 20 - Slide
ATTENTION
NE -> N'
LET OP!
Wanneer een werkwoord begint met een klinker, verandert de
NE
in
N'
!
MAAR
ook als een werkwoord begint met een
stomme H.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Nu weet je hoe je de ontkenning moet maken in het Frans!
OUI /NON?
Test jezelf met de volgende vragen....
Slide 27 - Slide
Ik maak een Franse ontkenning
A
met 2 woorden
B
met 1 woord
C
met 3 woorden
Slide 28 - Quiz
Hoe maak je de ontkenning in het Frans?
Ik gebruik :
A
ne
B
pas
C
ne...pas
D
geen idee
Slide 29 - Quiz
De ontkenning staat in het Frans ...
A
voor de persoonsvorm
B
achter de persoonsvorm
C
voor Ă©n achter de persoonsvorm
Slide 30 - Quiz
In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
J'ai acheté deux pommes.
B
Est-ce que tu veux pas un coca?
C
Je ne vais pas Ă l'Ă©cole aujourd'hui.
D
Je ne mange des frites.
Slide 31 - Quiz
In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Il n'aime les glaces.
B
Elle ne adore pas les glaces.
C
Je déteste pas les frites.
D
Je ne mange pas des frites.
Slide 32 - Quiz
In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon pÚre a joué au foot.
B
Samuel ne parle pas encore français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles adorent les maths.
Slide 33 - Quiz
In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Il ne cherche pas un travail.
B
Est-ce que tu veux un coca?
C
Je ne vais pas Ă l'Ă©cole aujourd'hui.
D
Je n'aide pas mon petit frĂšre.
Slide 34 - Quiz
In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon pÚre a joué au foot.
B
Samuel ne pas parle français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles n'adorent pas les maths.
Slide 35 - Quiz
In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon pÚre a joué au foot.
B
Samuel ne parle pas français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles n'adorent pas les maths.
Slide 36 - Quiz
Ik kan de ontkenning in het Frans maken, en ik bebrijp hoe ik moet het maken.
A
nee, dat lukt niet
B
dat lukt een beetje
C
dat lukt goed
Slide 37 - Quiz
waarmee moet je de franse ontkenning mee vergelijken?
A
een kroket
B
een hamburger
C
een haring
D
een loempia
Slide 38 - Quiz
Leerdoel : ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
zeer goed
Slide 39 - Quiz
Wat hebt je geleerd
deze les?
Slide 40 - Open question
Slide 41 - Slide
More lessons like this
herhaling werkwoorden
December 2022
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling werkwoorden
September 2022
- Lesson with
52 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
SCC - Herhaling werkwoorden op -ER + avoir, ĂȘtre, aller - 1B
April 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Secundair onderwijs
B1 Révision avoir, verbes -ER, négation
January 2024
- Lesson with
49 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
A plus Unité 1 - oefenen
October 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
SCC - le passé composé
September 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Secundair onderwijs
Fa klas 1 Chapitre 2 GL PN
January 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
T2 - avoir - ĂȘtre - faire
August 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2